Morgen vindt in Oordegem alweer de tiende editie van de IFAM Outdoor plaats. Om deze feesteditie extra glans te geven, pakt de organisatie uit met een deelnemersveld om duimen en vingers af te likken. Niet alleen de Belgische top zal grotendeels aanwezig zijn, ook langs internationale zijde pronken er heel wat ronkende namen op de deelnemerslijst. Een overzicht van wat de deelnemerslijst bij de mannen te bieden heeft.
Onze eigen Andreas Vranken mag zijn borst alvast natmaken voor een duel op de 100 meter met Churandy Martina en het Franse duo Dutamby-Golitin. Op de 200 meter zal Robin Vanderbemden van concurrentie op maat voorzien worden. Hetzelfde kan gezegd worden van Kobe Vleminckx die na het behalen zijn EK-limiet wellicht een vertrouwensboost heeft gekregen. Indien Vanderbemden in de buurt kan komen van zijn PR (20”43), hangt dat WK-ticket ook in de lucht. Hiervoor moet hij onder de 20”40 duiken.
Op de 400 meter rust alle hoop op de schouders van Julien Watrin en Dylan Borlée om de Belgische eer hoog te houden. De Belgian Tornados zullen het moeten opnemen tegen onder meer de Nederlander Liemarvin Bonevacia. Willen Watrin en Borlée zich verzekeren van het WK in Doha, dan zullen ze allebei hun PR moeten aanscherpen en onder de 45”30 moeten duiken, geen sinecure dus. Over naar de 400 meter horden waar maar liefst acht mannen in het verleden al onder de 49” doken, waaronder Mamadou Kasse Hann en Kariem Hussein. Dat dit nummer vuurwerk zal opleveren, lijkt niet in twijfel te trekken. Het wordt uitkijken wat Dylan Owusu in dit veld kan klaarspelen. De limiet voor het EK voor beloften bedraagt 51”17.
Op de hoge horden heeft Michael Obasuyi inmiddels zijn EK-limiet al op zak, maar de hordeloper van OEH wil meer. De Fransman Ludovic Payen kan hem hier misschien wel een handje bij helpen en hem richting een nieuw PR stuwen.
Over naar het (middellange) afstandslopen waarin oorspronkelijk de drie broers Ingebrigtsen in actie zouden komen. Jakob moest echter afzeggen door een stevige verkoudheid. Zijn broer Filip neemt nog altijd de 800m voor zijn rekening. Met kleppers als de Australiër Luke Mathews en de Nederlander Thijmen Kupers aan de start zou 1’47”75 voor Aaron Botterman best haalbaar moeten zijn. Loopt onze landgenoot die tijd, dan mag hij naar de Universiade. Thomas Engels moet als belofte dezelfde chrono halen om naar het EK in zijn categorie te mogen. Pieter Sisk moet omwille van een voetblessure verstek geven. Ward Leunckens, Thibauld Guilbert (nog onzeker door een verrekking) en Ruben Verheyden mikken op de EK-limiet bij de junioren, die 1’49”29 bedraagt.
Over naar de 1500m dan waar Henrik Ingebrigtsen de grootste buitenlandse naam is. Het zal hard gaan dankzij de Noor, waardoor héél wat sterke Belgen hun opwachting maken. Ismael Debjani, de Belgische recordhouder op de 1500m, Isaac Kimeli, Robin Hendrix, Pieter Claus, Ali Hamdi en Stijn Baeten verdedigen de Belgische eer. Voor het WK in Doha is 3’36”00 nodig, voor de Olympische Spelen in Tokio moet er exact één seconde sneller gelopen worden. Baeten gaat net zoals Oussama Lonneux op zoek naar een tijd van 3’41”30, goed voor respectievelijk de Universiade en het EK voor beloften.
Op de 3.000m steeple bij de mannen voert Martos Sebastian het veld aan. De Spanjaard was in het verleden goed voor 8’18”31 en moet onze landgenoten Tim Van de Velde en Clément Deflandre aan hun EK-limieten helpen. Van de Velde is al zeker van het EK voor junioren op de 1500. De limiet van 9’08”63 haalt hij normaal gezien met de vingers in de neus. Het Belgisch record bij de junioren van 8’41”5 (HT) dateert al van 1977 en zou zomaar van de tabellen kunnen verdwijnen. Deflandre heeft 8’51”49 nodig om naar het EK voor beloften te mogen.
Lander Tijtgat en Dame Tasama zijn de voornaamste Belgen die we voorin mogen verwachten tijdens de 5.000m. Tijtgat zou maar al te graag onder 13’30 duiken in wat haast een thuismatch is. Met aardig wat Oost-Afrikaans geweld voorin zal het ongetwijfeld hard gaan. Dorian Boulvin en Dieter Kersten gaan op zoek naar de limiet voor respectievelijk het EK voor beloften en de Universiade. Daarvoor moet het duo onder 13’58”74 duiken.
Het polsstokspringen bij de mannen lijkt op een duel af te stevenen tussen de Lage Landen. Ben Broeders mag het opnemen tegen Rutger Koppelaar, maar ook de sterke Cyprioot Nikandros Stylianou is niet kansloos. Broeders zal de lat hoog willen leggen. Maar liefst 5m71 hoog als het kan zodat ook hij naar het WK mag. In het verspringen wordt het uitkijken naar wat Mathias Broothaerts uit zijn benen kan schudden. Hij zal de strijd aangaan met een andere 8 meter-springer, namelijk de Brit Feron Sayers. Matthias Quintelier krijgt in het kogelstoten dan weer twee krachtpatsers naast zich aan wie hij zich kan optrekken om die ene megastoot uit de arm te kunnen schudden.