Valentin Poncelet was tot afgelopen zondag een verdienstelijk atleet, maar een grote overwinning ontbrak op zijn palmares. Daar kwam zondag verandering in tijdens de 20 kilometer door Brussel. Poncelet, die volgende week 28 wordt, legde de 20 kilometer solo af in 1u00:34. Een kennismaking.
Valentin Poncelet doet bij het grote publiek niet meteen een belletje rinkelen. Toch kan de atleet de nodige adelbrieven voorleggen. Vooral op straat bewees de atleet van USBW dat hij heel wat in zijn mars heeft. In de aanloop naar afgelopen zondag dook hij twee keer onder de 30 minuten op een 10 kilometer op straat, met als beste prestatie 29’32 in het Franse Valenciennes. Het beste moest echter nog komen, want zijn favoriete wedstrijd van het jaar stond voor de deur: de 20 kilometer door Brussel. Poncelet kwam met een pak vertrouwen aan de start en zou daar de vruchten van plukken. Wat zondag volgde, was een straffe kost: na 1u00:34 kwam hij glorierijk over de streep. Net geen twee minuten voor Nick Van Peborgh, de koning van de Antwerp 10 Miles.
“Zondag was een ongelooflijke ervaring. Ik wist door mijn voorbereidingswedstrijden in april dat ik de goede vorm te pakken had. In september besloot ik meer regelmaat in mijn trainingen te steken. Ik train nu constanter, zonder te zware weken te draaien. Een aanpak die duidelijk loont. Voor mij is de 20 kilometer een heel bijzondere wedstrijd, aangezien het in 2015 mijn eerste wedstrijd was na mijn terugkeer uit de Verenigde Staten (Poncelet studeerde er; red.). Toen zag ik heel veel vrienden en familie voor het eerst terug, waardoor ik erg gemotiveerd was om te knallen. Ik viel met een vierde plaats echter net naast het podium. Toen wist ik al dat ik ooit zou terugkeren om op het podium te staan, maar een overwinning en zo’n tijd. Dat had ik zelfs in mijn dromen niet verwacht. Naast mijn vrienden en familie waren er bovendien dit jaar ook mijn collega’s bij om te supporteren”, aldus Poncelet.
Na zijn onwaarschijnlijke 20 kilometer in Brussel lijken zijn PR’s aan vernieuwing toe. Op de piste ligt zijn focus voornamelijk op de 10.000m. Zijn PR van 30’09″37 is twee jaar oud en verre van representatief, aangezien Poncelet tijdens de 20 kilometer halfweg afklokte na 30’19.
“Na mijn overwinning van zondag was het heel druk. Al heb ik enkele uren na mijn wedstrijd ook nog mijn plicht voor USBW op de interclub vervuld. Mijn derde plaats op de 5.000m in 15’21 was veruit mijn zwaarste pistewedstrijd ooit aan zo’n tempo, maar we stijgen met onze club wel naar een hogere afdeling. Daarna kwam er nog heel wat aandacht van Brussel op me af. Maandag was ik stikkapot, maar het was het absoluut waard. De komende weken wil bewijzen op de piste. Te beginnen met de IFAM van morgen, waar ik de 5.000m loop. Dat is echter voornamelijk als voorbereiding op de 10.000m op de Gouden Spike in Leiden, waar ik 29’40 moet lopen om zeker te zijn van mijn deelname aan de European Cup in Londen. Dat zou zeker moeten lukken. Mijn grootste motivatie is het feit dat ik voor het eerst de Belgische kleuren zou mogen verdedigen in Londen. Verder wil ik me vooral amuseren op de piste”, vertelt de afstandsloper.
Op termijn hoopt Poncelet de overstap te maken naar de marathon. Een afstand die al jaren tot zijn verbeelding spreekt. In 2019 is er echter nog geen sprake van een marathon. Een snelle halve marathon behoort wel tot de mogelijkheden.
“Uiteraard wil ik me bewijzen op het lange werk. In het najaar wil ik mijn PR (1u07:54) op de halve marathon stevig verbeteren, ondanks dat ik nog nooit een topgevoel heb gehad tijdens die afstand. Gelukkig kan ik mijn ervaring van zondag daar wél voor gebruiken. Ik wil die stap vooruit bewijzen, want ik moet zeker 1u04 kunnen lopen. Mijn trainer (Fernand Brasseur; red.) heeft me altijd gezegd dat mijn beste afstand de marathon zal zijn. In 2021 zou ik me voor het eerste aan die afstand wagen. Aan de concurrentie in eigen land kan ik me enorm optrekken. We beschikken in het afstandslopen in het algemeen over een uitzonderlijke generatie”, besluit de winnaar van de 20 kilometer door Brussel.