Gävle en Borås. Nee, het zijn geen twee soorten Zweedse balletjes of Ikea-kasten, maar wel de twee Zweedse steden waar in juli de Europese kampioenschappen voor de atletiekjeugd doorgaan. Vanaf 11 juli is het in Gävle aan de beloften, de week nadien is het 500 kilometer meer naar het zuiden aan de junioren. Wij laten een hele reeks Belgische kanshebbers aan het woord. Vandaag: Camille Muls.
Camille Muls stak vorig jaar haar neus aan het venster door op de IFAM in Oordegem de limiet voor het WK voor junioren te behalen op de 800m. De ondertussen 20-jarige atlete zou op dat WK doorstoten tot de halve finales. Afgelopen winter toonde Muls zich zowel in het veld als in zaal. Met een nieuw PR in zaal van 2’06″50 lijkt ze absoluut klaar voor komende zomer.
“Ik kijk heel tevreden terug op mijn winter, aangezien ik mijn PR gelopen heb vanop de kop. Dat geeft uiteraard vertrouwen met het oog op wat moet volgen. Ik waagde me ook aan enkele avonturen in het veld, maar ik weet van mezelf dat het niet mijn sterkste punt is. Het is hoe dan ook interessant om te crossen, aangezien je er absoluut een sterkere atleet van wordt. Al heb ik het nodig om ook op de piste te presteren om te weten waar ik al sta qua voorbereiding”, vertelt Muls.
Eind maart trok de atlete voor het eerste op een trainingsstage. In het Turkse Belek kon ze genieten van de best mogelijke omkadering en dito accommodatie.
“Het was mijn allereerste keer dat ik echt een lange stage heb afgewerkt, maar alles is zeer vlot verlopen. De accommodatie in Belek is gewoonweg super. Alles is er voor atleten voorzien om in de best mogelijke omstandigheden te presteren. Mijn coach Alain Lins kon er helaas niet bij zijn, maar François Gourmet heeft me tijdens de stage zo goed mogelijk begeleid. Het was zeker een meerwaarde, aangezien ik op die manier ook nieuwe zaken heb leren kennen op vlak van kracht, stabilisatie en techniek. Het was bijzonder om afstand te nemen van mijn gewoonten die ik in mijn ‘normale leven’ in Brussel ken. Ik trainde voor het eerst twee keer per dag en kon dankzij een uitgedokterd schema heel wat specifiek werk voor de dubbele baanronde verrichten”, aldus de atlete van RESC.
“EK is mogelijk mits goede race en juiste omstandigheden”
Met een PR van 2’05″49 lijkt het EK voor beloften tot de mogelijkheden te behoren voor Muls. Om in Gävle te geraken, zal ze welgeteld één seconde sneller moeten gaan dan haar huidig PR. Het hoeft dan ook geen geheim te zijn dat het EK het hoofddoel is van deze zomer.
“Uiteraard is het EK voor beloften mijn grote doel de komende weken en maanden. Het klinkt mogelijk als ik zeg dat ik één seconde van mijn PR moet doen, maar een 800m blijft natuurlijk een strijd. In een goede wedstrijd en met de juiste omstandigheden moet het zeker mogelijk zijn om de limiet te behalen. De eerste poging volgt volgende week zondag op de Grand Prix Mingels in Brussel. Met Vanessa Scaunet en Febe Pardaens zijn er twee sterke concurrentes die ook op zoek gaan naar een limiet. Daarna staan enkele Flanders Cups op de planning om ook in sterke wedstrijden terecht te komen. Bovendien is het handig als er hazen zijn om een strak tempo te onderhouden”, zegt de 800m-specialiste.
“Tampere heeft voor nog meer motivatie gezorgd”
De ervaring die Muls vorig jaar opdeed in het Finse Tampere kan absoluut van pas komen in 2019, maar ook tijdens de komende jaren. De atlete maakt ook deel uit van een sterke lichting op de middellange afstand met onder meer Elise Vanderelst, Renée Eykens, Eliott Crestan en Pieter Sisk.
“Het WK was een onvergetelijke ervaring. Op zo’n moment besef je pas hoe sterk de concurrentie in andere landen is én dat er nog veel werk aan de winkel is. Het heeft me alvast gemotiveerd om me nog meer te focussen, zodat ik de komende jaren nog vaak mag proeven van gelijkaardige ervaringen. Bovendien was de sfeer tussen de Belgen opperbest, waardoor het des te leuker wordt. Iedereen kan op de onvoorwaardelijke steun van elk lid van de delegatie rekenen. We beschikken inderdaad over een enorm sterke generatie op de 800m en 1500m. Dat maakt de wedstrijden op eigen bodem des te interessanter. Het hoge niveau zorgt ervoor dat we onszelf overstijgen”, besluit de atlete.