Donderdag trokken heel wat Belgische afstandslopers hun seizoen op gang in de Verenigde Staten op de Mt. SAC Relays en de Bryan Clay Invitational. Voor Lisa Rooms, Dieter Kersten, Robin Hendrix en Dorian Boulvin was er meteen een reden tot vieren, aangezien het kwartet de limiet voor een internationaal kampioenschap liep. Isaac Kimeli en Lander Tijtgat waren ook tevreden na afloop van hun eerste 5.000m. Hieronder leest u de reacties van de atleten
Mt. SAC Relays (10.000m)
Dorian Boulvin (29’25″29, limiet EK beloften en Universiade)
“Missie volbracht. Het was een wedstrijd waarin de koplopers voor ons te snel gingen. We hebben ons bewust achteraan gehouden en een heel gelijkmatige koers gelopen. Tot en met kilometer negen heb ik samen met Dieter kunnen lopen. Daarna bleek ik net iets sterker. Het is erg positief dat we dankzij basistrainingen ons kunnen verzekeren van een kampioenschap. De komende weken zijn qua wedstrijdplanning nog een vraagteken. De kans bestaat dat ik in Stanford loop, maar een tweede 10.000m zal ik niet meer in de Verenigde Staten afwerken.”
Dieter Kersten (29’30″43, limiet Universiade)
“Het doel was om op safe te spelen en zo de limiet te behalen. Aan Dorian had ik een goede compagnon du route, waar ik tot het ingaan van de slotkilometer veel aan heb gehad. Het was wel verleidelijk om wat sneller te starten, aangezien de leiders er zijn ingevlogen. We hebben echter ons verstand gebruikt. Ik ben heel tevreden met het verloop van de race. De omstandigheden waren ideaal voor 25 rondjes rond de piste. De goede sfeer in onze groep is een grote motivatie geweest met het oog op die seizoensopener.”
Bryan Clay Invitational (3.000m steeple en 5.000m)
Lisa Rooms (10’16″72, limiet Universiade)
“Het was warm en de start was erg pittig. Niet echt ideaal dus voor een eerst kennismaking met de steeple. De horden op zich gingen vlot, alleen aan de waterbak is er technisch nog wat werk. Daar verloor ik nog veel tijd. Ik had op het einde nog te veel over. Het is nog een leerproces om de ideale combinatie tussen diep gaan en het behouden van techniek op de balken te vinden. Het feit dat ik nog veel over had op het einde duidt alvast op progressiemarge, wat me tevreden stemt, naast het behalen van de limiet uiteraard.”
Robin Hendrix (13’34″61, limiet Universiade)
“Donderdag was een eerste test om te zien hoe het met de benen gesteld is. Het wegvallen van de haas zorgde ervoor dat er weinig lijn zat in de race. Al ging het er al bij al rustig aan toe. Er kwam weinig druk bij de wedstrijd kijken en de sfeer was aangenaam. Samen met Isaac ben ik een vooroplopende Amerikaan gaan halen. We hebben elkaar goed afgelost en op het einde was er nog wat brandstof in de tank. Het echte werk volgt pas in Stanford, waar ik mijn PR (13’29″57; red.) wil verbeteren. Ik ben benieuwd waar ik kan uitkomen. De Universiade is echt wel een doel, dus het is handig om nu al zeker te zijn van mijn deelname aan dat kampioenschap.”
Isaac Kimeli (13’33″47)
“Als eerste test kon dit wel tellen. Robin en ik hebben als team gelopen om die ene Amerikaan te halen. Op het einde kon ik nog eens mijn turbo aanspreken. Stanford wordt de volgende grote afspraak. Daar wil ik absoluut knallen, aangezien ik zo vroeg mogelijk die 13’22″50 voor het WK wil lopen (PR: 13’21″09). Vorig jaar was Stanford geen ideale koers met te veel tactiek naar mijn zin. Hopelijk wordt er dit jaar gewoon geknald. Een snelle, vlakke race is waar ik op hoop.”
Lander Tijtgat (13’35″61, PR)
“Ik ben tevreden na mijn seizoensopener. Ik wist niet goed wat ik ervan moest verwachten, aangezien we hier alleen maar basiswerk leveren. Veel trage kilometers dus. Het was een shock to the system om dan aan de start te komen. Daardoor heb ik me bewust achteraan gezet. De kilometers gingen vlot vooruit en in de slotkilometer heb ik mezelf toch kunnen bewijzen door een mooie inhaalbeweging te maken. Het op hoogte trainen werpt wel zijn vruchten af, aangezien ik het gevoel had alsof ik kon blijven ademen. Nu wordt het afwachten of ik met mijn nieuw PR in Stanford aan de start mag komen. Op 25 april komen de startlijsten online. Het zou mooi zijn om met drie Belgen aan de start te staan. Ik reis sowieso af naar Stanford, desnoods train ik er gewoon. Ik ga echter niks aanpassen qua trainingen als ik mag lopen. Pieken doe ik pas als ik terugkeer naar ons land”
“Na Stanford keer ik terug naar België om op training aan het snelle werk te beginnen. Mag ik er lopen, dan wordt mijn eerste wedstrijd op Belgische bodem waarschijnlijk de Interclub, gevolgd door de IFAM. De planning daarna zal afhangen van mijn prestaties. Ik voel dat ik over een sterke basis beschik. In België wil ik ook enkele 1500m-wedstrijden afwerken als voorbereiding op een goeie 5.000m