Gävle en Borås. Nee, het zijn geen twee soorten Zweedse balletjes of Ikea-kasten, maar wel de twee Zweedse steden waar in juli de Europese kampioenschappen voor de atletiekjeugd doorgaan. Vanaf 11 juli is het in Gävle aan de beloften, de week nadien is het 500 kilometer meer naar het zuiden aan de junioren. Wij laten een hele reeks Belgische kanshebbers aan het woord. Vandaag: Michael Obasuyi.
Michael Obasuyi kende vorig jaar zijn grote doorbraak. De hordeloper van OEH liep het Belgisch record op de 110m horden aan flarden. Op het daaropvolgende WK voor junioren strandde hij net naast het podium. Zijn uitzonderlijke zomer zat er toen nog niet op, aangezien Obasuyi een gooi deed naar het EK in Berlijn. Met een tweede BR bij de junioren, weliswaar op de seniorenhoogte van 1m06, plaatste hij zich voor het EK, waar hij de halve finales zou lopen.
“Ik had tot vorig jaar nog niet echt iets uitzonderlijks laten zien. In alle stilte heb ik naar 2018 toegewerkt. De kloof tussen de nationale top en de wereldtop van mijn leeftijd heb ik kunnen dichten, wat toch het een en ander heeft aangetoond. Ik ben niet snel een tevreden atleet. Na mijn vierde stek op het WK heb ik toch even zitten denken over de finale. Wie streeft naar perfectie, botst altijd op fouten. Die paar kleine foutjes in de finale hebben me misschien een medaille gekost, maar daar mag ik nu niet meer mee bezig zijn. De overschakeling naar de ‘echte’ hoge horden heeft bewezen dat ik toch potentieel heb. Qua ervaring plaats ik Berlijn boven Tampere, vooral door het totaalpakket op sportief en mentaal vlak. In zo’n stadion jezelf bewijzen is toch echt uitzonderlijk. Daarvoor wil ik de komende jaren tekenen”, aldus Obasuyi.
Afgelopen winter kende de hordeloper de nodige pech na het oplopen van een voetblessure tijdens een trainingsstage in Zuid-Afrika. Een streep door de rekening van de 19-jarige atleet, die toch luidop droomde van het EK in zaal in Glasgow.
“Dat was zonde. Zeker nadat ik op de IFAM toch 7”75 liep met amper twee serieuze hordetrainingen in de benen. Dat hoort er echter bij. Ik ben blij met de stap die ik heb kunnen zetten ondanks de weinige races. De knop heb ik eerder snel kunnen omdraaien. Alles staat namelijk in het teken van de zomer. De komende jaren ga ik hopelijk nog genoeg aanspraak kunnen maken op kampioenschappen”, vertelt de hordeloper.
De komende weken en maanden staan volledig in het teken van het EK voor beloften én wie weet het WK in Doha. Als vierde junior van de wereld van vorig jaar wordt er het nodige verwacht van Obasuyi in zijn eerste jaar bij de beloften. Ook de AG Memorial Van Damme kan een doel vormen.
“Ik zit niet met tijden in mijn hoofd. Ik wil vooral goed presteren, mezelf verbazen en liefst zo snel mogelijk. De kwalificatie voor het EK is het doel, daarna kijk ik verder. Ik ga kunnen kiezen uit betere wedstrijden, aangezien ik vorig jaar telkens die juniorenwedstrijden moest uitzoeken. Ik hoop uiteraard op races met sfeer en sterke concurrentie. Net zoals vorig jaar zie ik het seniorenkampioenschap als bonus. Haal ik het, dan is dat mooi meegenomen. Haal ik het niet, dan is dat maar zo. De scherpe limiet voor Doha schrikt me niet af. Ik weet van mezelf dat ik een man van grote doelen en dromen ben. Dat ligt in de lijn van het feit dat ik graag met druk leef. Zonder passie voor deze sport zou dat niet lukken. Het is net die passie die me drijft. De Memorial zou een mooie afspraak zijn. Ik weet dat er een wildcard te verdienen is en die wil ik maar al te graag in mijn handen krijgen”, besluit de nummer vier van het WK voor junioren.
De afgelopen weken werkte Obasuyi een stage af in het Turkse Belek. Gisteren keerde hij terug naar ons land met het oog op het nakende zomerseizoen.