Eline Berings is al een kleine maand aan haar opbouw bezig richting komende winter. De 32-jarige Gentse kende een uitzonderlijke zomer. Die zomer gaf haar het nodige vertrouwen met het oog op de komende maanden. Berings mikt op de finale op het EK indoor en wil in de buurt van haar eigen BR komen. Op de Gouden Spike hadden we een aangename babbel met de specialiste op de korte horden.
Eline Berings dook afgelopen zomer maar liefst negen keer onder 13″. Dat deed de hordeloopster nooit eerder. Op het EK kwam ze één duizendste te kort om de finale te halen, maar dat speelde haar niet lang parten.
“Ik kijk met veel plezier terug naar mijn zomer. Die ’teleurstelling’ na Berlijn is niet lang blijven hangen. Ik besefte dat mijn zomer veel meer was dan het EK. Ik heb Diamond Leagues gelopen, was de beste in Luik en Madrid en had voor het eerst het gevoel dat ik mijn capaciteiten op de 100m horden volledig benutte. Vroeger werd ik soms aanzien als ‘de hordeloopster die 60m horden loopt + 40m horden’. Afgelopen zomer was ik plots ‘de hordeloopster die 100m horden loopt’. In die zoektocht is heel wat mentaal en fysiek werk gekropen met verschillende coaches, maar ik ben tevreden met de weg die ik heb afgelegd”, vertelde de hordeloopster.
Psychologisch was die zomer vol toptijden een enorme bevrijding voor de atlete.
“Ik kon voor het eerst alle ballast als het ware overboord gooien. De omstandigheden, die me vroeger vooral op mentaal vlak parten speelden, deden er niet meer toe. Ik legde mezelf telkens op om te knallen en dat lukte in het merendeel van de gevallen. Dat heeft natuurlijk met verschillende elementen te maken. Technisch ben ik beter dan ooit, terwijl er nog ruimte voor verbetering blijft. Tijdens mijn afwezigheid door zware blessures heb ik de nodige tijd gehad om te puzzelen”, aldus Berings.
“Die honger zoals jonge atleten hebben, die heb ik nog steeds”
Op het EK in Berlijn was Berings de vrouw met het meeste ervaring binnen de Belgische delegatie. Met haar 32 jaar was ze tevens het ouderdomsdeken van de delegatie.
“Ik heb heel weinig gemerkt van die ‘status’. Ik zit nog altijd in een jonge wereld vol jonge mensen. Ik word 33 jaar volgende zomer, maar zo voel ik me absoluut niet. Het is leuk om debutanten en jonge atleten met minder ervaring te horen spreken. Zo gaf Jonathan Sacoor me in Birmingham echt terug dat hongerige gevoel, zoals het hoort bij jonge atleten. Voor hem moet alles nog beginnen. Het is een geniale kerel, een waar geschenk voor onze sport. Mijn ervaring wordt soms wel vergeten. Halve finales en finales verbleken bij de titels van Nafi Thiam en de broers Borlée. Dat is ergens logisch. Ik weet echter wat ik zelf heb afgelegd en daarop moet je als atleet durven trots zijn. Ik sta er al die jaren al, zowel indoor als outdoor”, klonk het bij de atlete.
De positieve evolutie op de 100m horden doet het beste verhopen met het oog op komende winter. Vorige winter viel relatief tegen voor de Gentse atlete. Daar hoopt ze verandering in te brengen.
“Ik bleef vorige winter wat op mijn honger zitten. Fysiek zat het goed, maar technisch klopte het plaatje niet. Kleine slordigheden maakten perfecte races onmogelijk. Dat was niet makkelijk aangezien ik aan de start van het WK kwam, wetende dat ik er geen potten kon breken. Het was met momenten frustrerend, want mensen verloren hun geloof in mijn kunnen. Gelukkig heb ik die frustraties kunnen loslaten. Ik heb die klik op één maand tijd gemaakt en dat heeft zich afgelopen zomer vertaald. Het draait rond nieuwe elementen en triggers. Op die manier gebeuren de laatste stappen in de goede richting”, verklaarde ze.
“Mensen geloven terug in mijn verhaal”
Komende winter kan Berings voor de vijfde maal aan de start van een EK indoor komen. In 2009 werd de hordeloopster nog Europese kampioene in zaal. Negen jaar later trekt ze met ambitie naar Glasgow.
“Ik wil absoluut de finale halen. Meer dan dat is mooi. Ik wil echter héél graag terug vlot onder 8″ duiken op de 60m horden. Hopelijk kom ik in de buurt van mijn BR van 7″92. Het grote vraagteken is de moordende concurrentie, dat is de enige factor die ik niet in handen heb. Ik kan wel op steun rekenen dankzij een profcontract bij Sport Vlaanderen wat voor de nodige ademruimte zorgt. Alles binnen de federatie loopt vlotter. Het doet deugd dat mensen opnieuw durven meegaan in mijn verhaal”, besloot Berings.