Isaac Kimeli mikt op het EK atletiek in Berlijn voluit op de 5.000 meter, maar gaat drie dagen eerder ook van start in de 1.500 meter. Het doel is een plaats bij de beste acht in de 5.000 meter. Dat vertelde hij donderdag aan de VAL.
Twee jaar geleden, op het EK in Amsterdam, werd Isaac Kimeli/OEH nog negende in de 1.500 meter. De bedoeling in Berlijn is om minstens één plaatsje beter te doen, maar dan wel in de 5.000 meter. Ook in de 1.500 meter gaat Isaac komende woensdag van start, maar louter in functie van de rechtstreekse finale van de vijf kilometer op zaterdag.
“Woensdag loop ik eerst nog de 1.500m, maar die staat helemaal in het teken van de 5.000m, waar ik mik op top acht. Door ziekte is het lang geleden dat ik nog een wedstrijd heb gelopen, dus ik zoek nog wat ritme”, legt Isaac zijn keuze uit om te dubbelen. Dan ben ik ook al eens op de opwarmingspiste, in de callroom en in het stadion geweest.” De Hallenaar heeft er een uitstekende drieweekse hoogtestage in Sankt-Moritz opzitten, maar de test die daarop zou volgen in Heusden moest hij door buikgriep schrappen.
Na enkele jaren focussen op de 1.500 meter, maakt Isaac dus de overstap naar de langere afstand. In een 5.000 meter geldt nog meer dat het met een snelle wedstrijd of een trage, tactische koers twee kanten op kan, maar de Belgische veldloopkampioen ziet alle scenario’s zitten. “Voor mij maakt het niet uit. De conditie is heel goed, maar het mag ook traag zijn. Ik ben snel op het einde.”
“In 2015 heb ik zilver gewonnen op het EK U23 in de 5.000m, dus zo nieuw is die afstand niet voor mij. Maar bij de grote jongens is het nog wat anders natuurlijk. Daarom wil ik de verwachtingen voor mezelf niet té hoog leggen. Ik wil zeker top acht, en in een goeie dag weet je nooit wat er mogelijk is. De drie broers Ingebrigtsen zijn favoriet, maar ze hebben in principe al twee 1500’en in de benen voor de 5.000m. Ook Richard Ringer, Yemaneberhan Crippa en Adel Mechaal reken ik tot de kanshebbers.”