Aurélie De Ryck heeft er een kort maar sterk indoorseizoen opzitten. Door ziekte kwam ze maar weinig in actie, maar dat weerhield haar er niet van om voor het eerst in haar carrière over de 4m30 te springen. Dit opent misschien wel perspectieven richting de zomer waar de EK-limiet voor het polsstokspringen 4m45 bedraagt.
Het heeft even geduurd, maar na vijf jaar slaagde Aurélie De Ryck er nog eens in om haar (indoor)record aan te scherpen. Met haar sprong over 4m30 kwam ze op de derde plaats in de aller tijden ranglijst en kwam ook het Belgische record (4m34) in het vizier. Toch hoopte de atlete van ACME op meer. “Wanneer je al bij je eerste wedstrijd van het seizoen je record springt, wil je altijd meer natuurlijk”, vertelt De Ryck die toch wat op haar honger is blijven zitten. “Het was nooit de bedoeling om dit winterseizoen veel wedstrijden te doen, maar ik had toch graag mijn vooropgestelde vijf wedstrijden afgewerkt zodat ik meer competitieritme kon opdoen.” Een venijnige griep gooide echter roet in het eten en belemmerde haar om meer in actie te komen en om zo mogelijk haar record nog wat scherper te stellen. “Ik geloofde er zeker in dat ik het in mij had om hoger te gaan dan die 4m30, maar achteraf is alles makkelijk gezegd. Door het gebrek aan wintercompetities ben ik uiteraard extra geprikkeld om mijn vorm in het zomerseizoen te tonen.”
De voorbereidingen richting deze zomer zijn dan ook al volop aan de gang. Door de gedwongen rust tijdens haar ziekte, had de atlete na het indoorseizoen voldoende aan één week rust om nadien weer de trainingen te hervatten. De Ryck steekt niet weg dat deze zomer het EK in Berlijn een doel wordt. “De allereerste stap richting het EK wordt mijn record verbeteren, dat momenteel nog 15 centimeter verwijderd is van de limiet. 15 centimeter is zeker overbrugbaar, maar dit spring je in het Belgische weer niet elke dag. Alles moet wat samenvallen. Als ik dit jaar in de +4m40-club terecht kan komen, zal ik ook al tevreden zijn en mij meer een echte polsstokspringster voelen.”
Naast de vele uren op de atletiekpiste, kruipt ook veel van De Rycks tijd in haar job als kinesiste. “Ik wil de komende twee jaar de combinatie met mijn deeltijdse job en het polsstokspringen blijven combineren aangezien mijn ambities in de sport nog hoog zijn. Het is voornamelijk zoeken naar rust tijdens de week aangezien kinesitherapie geen nine-to-fivejob is. Mijn trainers Philip Gilson en Fernando Oliva zoeken samen met mij naar een goed evenwicht door de training wat aan te passen als ik te vermoeid ben”, aldus De Ryck.