De Grote Prijs Stad Lokeren, de vierde wedstrijd van de Flanders Cup, tekende gisteren opnieuw voor enkele sterke prestaties bij de Belgen. Ondanks de afwezigheid van enkele grote namen, kon de organisatie met één nieuwe Belgische limiet voor de Universiade en enkele Belgen die zeer dicht kwamen bij hun internationaal minimum, alweer spreken van een geslaagde wedstrijd.
Nog een hele tijd voor het hoofdprogramma op gang werd getrapt, toonde Chloë Beaucarne opnieuw haar goede doen op de 100 meter horden. Ze legde de tien hindernissen af in een sterke tijd van 13”56 nadat ze in de reeksen al eens 13”84 liet opmeten. Een sterk resultaat en een evenaring van haar PR, al had de atlete van Deinze wellicht op een chrono onder de 13”50 gehoopt om zich te verzekeren van het EK beloften van deze zomer.
Op de baanronde met horden was het uitkijken naar Nenah De Coninck. De Gentse, die in augustus graag mee wil afreizen naar de Universiade, moest genoegen nemen met 58”91. Voor de Universiade wordt 57”50 gevraagd. Op diezelfde afstand zonder hindernissen traden er oorspronkelijk twee landgenoten aan in de snelste reeks van het hoofdprogramma. Uiteindelijk kroop enkel Christian Iguacel in de blokken, hij wilde zich nog eens testen om zijn mogelijke selectie voor de 4x400m-ploeg voor het EK beloften kracht bij te zetten. Met zijn tijd van 48”31 kon Iguacel vrede nemen gezien de winderige omstandigheden die een snelle chrono bemoeilijkten. Antoine Gillet besloot om niet te starten nadat hij tijdens de opwarming af te rekenen kreeg met hevige rugklachten.
Een sterke Pieter Claus kon de 800m op zijn naam schrijven. De atleet van Eendracht Aalst kneep maar liefst een halve seconde van zijn besttijd en dook met zijn 1’47”92 voor het eerst onder de 1’48. Met deze tijd blijft hij niet zo gek ver meer boven de limiet voor de Universiade (1’47”50), al heeft Claus zijn startbewijs op de 1.500m al op zak voor dit kampioenschap. Net achter een sterke Fransman eindigde Brecht Bertels op de derde plaats (1’48”55), gevolgd door Viktor Benschop (1’48”89).
Ook bij de vrouwen presteerden de Belgen sterk. Elise Vanderelst nam de groep op sleeptouw en zorgde voor snelle doorkomsttijden waar Zenobie Vangansbeke optimaal van kon profiteren. Vangansbeke hield zich de eerste ronde wat schuil in het het pak en finishte dankzij een goede laatste ronde als tweede in een knappe 2’07”70. Ook thuisloopster Justine Tinck deed het goed. Zij klokte af op 2’10”10 en verbeterde haar besttijd met enkele honderdsten.
De 1.500m bij de mannen was er eentje om snel te vergeten voor DCLA-atleten Stijn Baeten en Ali Hamdi. Hamdi, die bereid was om Baeten naar een goeie tijd te brengen, zag dat plan in het water vallen toen de haas er al na 650m de brui aan gaf, zo’n 350m vroeger dan vooropgesteld. Het werd dus een moeilijke opgave, en wanneer ze het pak zagen passeren besloten ze dan ook er beiden de brui aan te geven. Bijna ging de zege toch nog naar een landgenoot. Aurèle Vandeputte hield zich lang bedeesd en dong op het einde nog mee naar de overwinning dankzij een sterke versnelling. Hij moest uiteindelijk genoegen nemen met de tweede plaats en een tijd van 3’46”29.
Olympisch kampioen Peter Genyn liet op de 100 en de 400m (T51) opnieuw zijn klasse zien door af te klokken op respectievelijk 20”90 en 1’20”33.
In het polsstokspringen bewees Hanne De Baene dat ze klaar is voor het EK junioren dat volgende maand plaatsvindt. Ze sprong over 4m12 en liet de lat nadien zelfs op 4m21 leggen, wat een verbetering zou betekenen van het BR dat met 4m20 op naam staat van Aurelie De Ryck. Met drie missers mag De Ryck (voorlopig) dat record nog even houden.
De enige limiet van de dag kwam er op het einde van het hoofdprogramma in het verspringen. Corentin Campener kwam er in zijn laatste poging tot 7m89 wat vier centimeter verder is dan de gevraagde afstand voor de Universiade. Met 7m84 kwam hij in zijn derde poging al eens heel dicht, maar in de “alles of niets”-ronde was het uiteindelijk prijs.
In het discuswerpen schudde Anouska Hellebuyk de allertijden ranglijsten door elkaar door zich met haar 52m47 op te werken naar de zesde plaats op die tabellen. Ook Babette Vandeput, reeds zeker van selectie voor het EK-junioren, presteerde meer dan degelijk met haar 49m35, wat opnieuw verder is dan de limiet.
De overige uitslagen kan u hier terugvinden.
Nog een reeks knappe foto’s van Peter Wagemans: