Op 13 mei 2016 moest Atletieknieuws helaas bekendmaken dat Eline Berings niet naar het EK en de Olympische Spelen kon. Een gescheurde kruisband hield haar net na haar comeback uit blessure alweer aan de kant. Opnieuw heeft Berings er nu een revalidatie van een jaar op zitten, en precies op 13 mei viert ze haar wederoptreden bij de interclub. Met haar club RCG komt ze in de hoogste afdeling uit in Lokeren, en loopt ze voor het eerst in twee jaar een outdoorcompetitie.
Welke weg heb je afgelegd sinds de blessure?
“Een hele lange. Zo’n kruisband-revalidatie is een hele lange en intensieve revalidatie. De eerste vier weken moest ik met krukken lopen, daarna kon ik dan geleidelijk aan beginnen belasten en mijn been weer leren bewegen. Ik werkte elke dag een programma van om en bij de drie uur af in Antwerpen, bij Movetocure. Van zodra dat mocht, werd dat aangevuld met een sessie aquajoggen of fietsen in de namiddag. Ik kon pas na vijf maanden weer mijn eerste voorzichtige looppasjes zetten. Ondertussen ben ik natuurlijk een eind verder en ben ik heel tevreden over mijn huidig niveau. Het is een beetje afwachten hoe mijn eerste wedstrijden zullen zijn, maar ik ben alvast heel trots op waar ik nu al weer sta.”
Hoe waren de laatste weken in aanloop naar het outdoorseizoen?
“De voorbije weken heb ik een mooie progressie kunnen maken. De stage in Tenerife was erg goed. Het is allemaal nog steeds onderdeel van mijn herstelproces, maar ik begin een mooi niveau te halen. Het is voor mij enorm motiverend en leuk om weer samen te trainen met de trainingsgroep van Philip Gilson. Het zijn allemaal jonge en super gemotiveerde talenten, die allemaal hard werken én veel plezier maken. Voor mij maakt het mijn weg makkelijker en leuker, én ze houden me jong. Ik ben heel tevreden over de groep en de samenwerking met Philip. Ik denk dat we samen hele mooie dingen gaan laten zien.”
Heb je al een idee voor wanneer de comeback is?
“Als alles goed blijft lopen zal ik aantreden op de interclub als eerste test. Daarna zal ik vrij veel wedstrijden proberen lopen om het juiste ritme vast te krijgen. Het is voor mij lang geleden dat ik echt competitie heb kunnen doen, dus ik verwacht wel dat ik een aantal races nodig zal hebben om me weer helemaal top te voelen.”
Hoe groot is de honger naar competitie?
“Heel groot. Ik ben van nature een competitiebeest. Ik doe dat enorm graag en ik heb die extra challenge ook nodig. Het is uiteindelijk ook waarom je al die weken en maanden zo hard werkt. Al die inspanningen, al het geduld dat ik nodig heb gehad, soms ook de frustraties en onzekerheden… die kan ik er dan allemaal uit lopen. Wedstrijden lopen moet eigenlijk een soort feest zijn, een feest van wat je bereikt hebt.”
Zijn er bepaalde wedstrijden waar je echt naar uitkijkt?
“Momenteel kijk ik uit naar alle wedstrijden. Mijn programma staat nog niet helemaal vast, omdat het ook wat afhangt van mijn prestaties. Maar ik ga elke wedstrijd het beste van mezelf geven, gelijk waar en gelijk wanneer.”
Wat is je hoofddoel deze zomer?
“Ik wil me plaatsen voor het WK en in de buurt komen van mijn PR. (Het minimum staat op 12″98, het record van Berings op 12″87, red.) Wat op het WK zelf mogelijk is, zal ik dan wel zien. Ik doe niet graag te grote uitspraken lang op voorhand. Ik weet zelf goed wat ik kan en wat ik wil, maar ik zie het ook steeds stap voor stap.”
Doe je op training nog iets anders dan pakweg enkele jaren terug, of weet je ondertussen al lang wat je lichaam nodig heeft?
“Natuurlijk verander ik nog. Coaches en atleten die niet meer bijleren en niet meer gretig zijn om zichzelf uit te dagen en te verbeteren, die kunnen beter stoppen met topsport. Topsport is leren, is passie, is ontwikkelen. Of je nu 20 of 30 bent, dat blijft zo. Ik heb inderdaad al heel veel geleerd, al heel veel ervaring opgedaan en al best een goed idee van wat werkt en wat niet. Toch blijft elk seizoen anders en bovendien moet je jezelf ook blijven triggeren en uitdagen. Een topcoach of topatleet is voor mij iemand die zichzelf, binnen een bepaald idee of een bepaalde visie, blijft vernieuwen.”
Tot slot: welke Belg gaat ons serieus verbazen komende zomer?
“Misschien ikzelf nog wel het meest? (Lacht) De Belgische atletiek mag alleszins nog wel eens een boost krijgen van nieuwe talenten die doorbreken.”