Wie het voorbije indoorseizoen bij z’n pronostiek de naam van Margo Van Puyvelde heeft ingevuld, zit nu op rozen. De 21-jarige ASVO-atlete kroonde zich tot Belgische beloftekampioene, maar ook bij de senioren gaf ze dankzij een straffe 53″73 al de gevestigde waarden het nakijken. Die glansprestatie doet uiteraard dromen van meer, zoals het EK voor beloften in het Poolse Bydgoszcz deze zomer. Hoog tijd om Margo Van Puyvelde eens zelf aan het woord te laten, zij trapt dit jaar onze Zomerkriebels-rubriek op gang!
Margo, je was één van de revelaties van afgelopen indoorseizoen. Heb je jezelf in positieve zin verrast?
“Ik heb mezelf zeker verrast. Enigszins had ik wel gehoopt en misschien ook verwacht om sneller te lopen dan vorig seizoen, aangezien ik sinds oktober veel intensiever en specifieker train onder Philip Gilson. Toch weet je nooit hoe die trainingen en veranderingen zullen uitdraaien dus daarom was ik razend benieuwd naar die eerste wedstrijden. Dat er dan meteen zo’n snelle tijden uit de bus zouden komen, had ik nooit verwacht. Mijn indoorrecord stond voordien op 56″00, dus met een chrono in de 55 seconden nam ik zeker al genoegen. Ik mocht uiteindelijk met een pak snellere 53″73 het indoorseizoen afsluiten. Over de andere afstanden ben ik ook heel tevreden! Ik heb dikke records kunnen lopen op de 200 en 800 meter en ik denk dat ik ze volgende jaren allemaal nog een beetje scherper kan stellen.”
Hoe heb je de voorbereiding voor het zomerseizoen aangepakt?
“Eind maart ben ik voor het eerst op stage getrokken naar Tenerife en de voorbereidingen zijn uitstekend verlopen. De trainingen kunnen soms wel zwaarder zijn dan vorig jaar, maar het ligt wel binnen mijn mogelijkheden. Ik vind het eigenlijk steeds moeilijk om mijn vormpeil in te schatten, maar volgens mij zit dat momenteel wel snor. Nu is het vooral zaak om nog wat wedstrijdritme op te doen.”
Je snelde indoor al naar 53”73, dan koester je wellicht ambities om je te kwalificeren voor het EK beloften, waar 53”15 voor nodig is?
“Ik heb inderdaad wel ambities om naar dat EK af te reizen, zeker omdat dit mijn laatste jaar in de beloftecategorie is. De limiet staat een stuk scherper dan bij de voorbije edities. Voor aanvang van het indoorseizoen vestigde ik mijn hoop daarom eerder op een eventuele 4x400m-ploeg, maar tot op heden weet ik nog niet of daar al plannen voor zijn. Als je mijn indoortijden erbij neemt, dan lijkt het mij ook wel realistisch om individuele deelname af te dwingen. Mijn start is absoluut een werkpuntje, maar ook aan mijn snelheid kan nog flink gesleuteld worden. Verder waag ik dit seizoen ook mijn kans op de 400 meter horden. Hoe ik het er daar zonder echt veel ervaring van af zal brengen is koffiedik kijken.”
Op het BK studenten afgelopen maandag benaderde je op die 400 meter horden met 58″40 al het EK-minimum (58″10). Vormt dat nu ook een doel?
“Ik had zo vroeg op het seizoen niet rekening gehouden met zo’n snelle chrono. Bij de horden is het steeds een beetje afwachten of je het goeie ritme tot de finish kan doortrekken. Ook op deze afstand mik ik op de EK-limiet, al geniet de 400 meter zónder horden momenteel wel nog mijn voorkeur. Op dit ogenblik voel ik mij immers nog een beetje onzeker bij het overschrijden van de horden. Eenmaal ik die techniek wat meer onder de knie krijg en wat meer ervaren ben…”
Hoe ziet je wedstrijdplanning eruit?
“Wel, ik heb net beseft dat ik de komende twee maanden elk weekend een wedstrijd op het menu heb staan. Ik ga dus een druk programma tegemoet, beginnend met een 400 meter horden en 200 meter afgelopen maandag op het BK studenten. Ik hou me zelf niet echt bezig met piekmomenten, maar ik vermoed dat de trainers de topvorm voor het BK alle categorieën (1 en 2 juli, red.) voorzien. Dat is namelijk ook de deadline om een ticket voor het EK beloften te bemachtigen. Met de examenperiode houd ik niet echt rekening. Ik volg nu mijn laatste mastervakken, wat er maar twee zijn, dus van een echte zware examenperiode is geen sprake.”
Tot slot: je hebt deze winter een grote stap voorwaarts gezet. Als je één tip mag geven aan atleten die ook grote progressie willen boeken, wat verklap je dan?
“Goh, dat is een moeilijke. Ik zou vooral het plezier erin houden, hoe serieus je er ook mee bezig bent, en luisteren naar je lichaam.”