Stijn Garain werd op 12 januari 28 jaar, een leeftijd waarop vele afstandslopers op het toppunt van hun mogelijkheden zitten. De naam van Stijn Garain is echter al enige tijd niet meer in de uitslagen terug te vinden. De atleet van Pajottenland beleefde vooral in de seizoenen 2010-2011 (6de op BK veldlopen, 2de op BK 10.000m, 4de op EK beloften 10.000m) en 2011-2012 (winst in CrossCup-manche Hulshout, 9de op BK veldlopen, 31ste op EK veldlopen) zijn hoogtepunt, maar de daaropvolgende twee seizoenen zagen we hem niet in competitie. Hij verraste in het seizoen 2014-2015 met een derde plaats in de CrossCup-manche te Roeselare die hem opnieuw een selectie voor het EK veldlopen (30ste) opleverde. Sindsdien werd het opnieuw stil. Wij spraken met Stijn en polsten naar de oorzaken hiervan en wat zijn verwachtingen nog zijn.
Stijn, je werd de afgelopen jaren veelvuldig geplaagd door blessures waardoor je niet in competitie kwam. Wat ligt er aan de oorzaak hiervan?
“Mijn onderste ledematen zijn o zo gevoelig. Na een achillespeestendinose en enkele spiercontracturen leek het erop dat in de zomer van 2016 alles opnieuw verliep zoals het hoorde. Trainingsschema’s werden omgezet in zweet, kilometers werden gemaald, en ook de intervaltrainingen werden al eens wat zwaarder.
Zo kon ik op 11 juli 2016 eindelijk nog eens proeven van de te lang gemiste competitie. Een wegwedstrijd in Tessenderlo waar ik het onder meer opnam tegen Dennis Laerte, Krijn van Koolwijk en Amaury Pacquet. En het wedstrijdverloop liet me eindelijk nog eens het beste verhopen! Een voor dat ogenblik behoorlijke eindtijd gaf me vertrouwen richting het winterseizoen.
Tot de bloedresultaten bekend werden, een onschuldige vermoeidheid bleek zijn oorzaak te vinden in een aanzienlijk tekort aan ijzer en een aantal vitaminen. Het krachtenarsenaal om een voltijdse job en sportieve bezigheden te combineren was uitgeput. Kruis over het Belgisch kampioenschap 10 km op de weg, kruis over andere zomerwedstrijden.”
Maar na herstel daarvan ben je wel weer aan je wintervoorbereiding begonnen?
“Niettegenstaande de zoveelste sportieve ‘tegenslag’ stippelde mijn trainer een nieuwe trainingsopbouw uit. Alweer zeer voorzichtig, met zoals nog vaak aquasessies en ettelijke trainingsuren bij kinesisten Peter Laus en Bert Pluym uit Halle om de blessuregevoeligheid niet te tarten.
En toch gebeurde opnieuw wat me al zo vaak aan de kant hield. Half september een pijnscheut in de rechterkuit. Wat op het eerste gezicht een onschuldig kwaaltje leek, betekende in werkelijkheid een spierscheur die eind oktober aan het licht kwam middels een echo. Daardoor zijn de veldlopers weer maar eens aan een winterseizoen begonnen zonder dat ik er deel van kan uitmaken.”
Ik kan me voorstellen dat je daar op de duur moedeloos van wordt en het niet meer ziet zitten.
“Na 2 jaar van herhaaldelijk blessureleed is er inderdaad een twijfelend gevoel. Blessures zijn voor de ene nu eenmaal talrijker dan voor de andere. Menig atleet wordt ermee geconfronteerd, en voor iedereen voelt het als een zware opdoffer. Maar wat als de ene blessure overgaat in de andere? Nog meer en harder op een alternatieve manier trainen, in de hoop dat het tij dan toch maar eens keert? De handdoek in de ring gooien?”
Maar Stijn Garain is geen opgever en werkt ondertussen verder.
“Het is nog steeds de bedoeling om atletiek in competitieverband uit te oefenen, maar het is een kunst, voor iedere atleet, om zijn belastbaarheid te zoeken. Die balans is verdwenen, waardoor ik erg weinig trainingsarbeid kan verdragen. Vele kinebeurten, aquasessies, kracht- en stabilisatietrainingen, en alle overige preventieve zaken ten spijt.”
Wat is dan nog je belangrijkste motivatie om ondanks alle tegenslagen toch verder te blijven werken en te investeren in je sport?
“Dat vragen wel meer mensen me, maar de voldoening, de endorfines die ik haal uit sporten, en dan meer bepaald uit lopen, vond ik voorlopig bij geen enkele andere tijdbesteding. Mijn lichaam en geest hebben nood aan veelvuldig sporten, al merk ik dat ik door de lange competitie-inactiviteit ook al behoorlijk veel voldoening haalde uit zuiver trainen. Dankbaar zijn dat ik kan en mag lopen, zonder de oogkleppen die je als wedstrijdatleet wel eens aan durft te hebben. ’s Ochtends lopen terwijl de rest van de wereld ontwaakt, de vogels horen zingen, samen met vrienden afzien tijdens een pittige training: dan voel je je de koning te rijk.”
Durf je toch al vooruit te kijken naar je wederoptreden in competitie?
“Voorlopig heb ik al enkele 2 mmol-trainingen kunnen afwerken, kwestie van die aerobe grens weer wat gewoon te worden. Het is nu zo’n dikke maand dat ik tweemaal per week interval train. Afgewisseld met duurtrainingen om die belasting zo minimaal mogelijk te houden. Alternatief trainen, zoals aquajoggen en lopen op een Alter G-loopband, maken dus veelvuldig deel uit van mijn trainingen. Een wedstrijd hebben we nog niet durven aanstippen, dat doen we pas als de eerste zwaardere trainingsprikkels zijn verteerd. Dan zou het wel eens snel kunnen gaan richting eerste wedstrijd. Ik hoop nog steeds stiekem om deze winter de cross-spikes aan te binden, vermoedelijk een regionale wedstrijd, maar er is nog niets concreets gepland. Dus streef ik nog naar die competitie: ja. Zal ik er mijn geluk van laten afhangen: neen.”
We wensen je alleszins een snelle comeback in het veld!