Thomas Van der Plaetsen en Hans Van Alphen hadden allebei de eer om in wedstrijd tegen Ashton Eaton te mogen uitkomen. Ze onthouden vooral zijn onwaarschijnlijke snelheid en zijn mentale sterkte.
Van der Plaetsen bekampte Eaton deze zomer nog in Rio, en voelde daar al aan dat zijn carrière niet meer lang zou duren. “Hij zei dat hij moeite had om zich te motiveren en dat hij twijfelde over zijn toekomst.” De Europese kampioen vertelde aan Sporza ook dat Eaton volgens hem zelfs nog beter kon. “Hij heeft alles gewonnen wat er te winnen valt, maar hij had potentieel nog veel hoger kunnen scoren. Ik had graag gezien dat hij het wereldrecord outdoor op zo’n hoogte had gezet dat niemand in de nabije toekomst zelfs maar in de buurt zou kunnen komen.”
In Rio vertelde Eaton dat het verhaal van Van der Plaetsen ook hem inspireerde. “Het is fijn dat ik met mijn gevecht ook een atleet als Eaton heb kunnen inspireren.”, zegt Van der Plaetsen daarover. Voor die laatste was de mentale sterkte van de wereldrecordhouder al even indrukwekkend als zijn fysieke klasse. “Hij was een beetje speels en kon heel goed met de stress om. Hoewel hij er met kop en schouders bovenuit stak, bleef hij altijd met de voetjes op de grond.”
Op fysiek vlak viel vooral zijn buitengewone snelheid Van der Plaetsen op. Dat kan Hans Van Alphen alleen maar beamen. “Hij was niet de allercompleetste, maar zijn snelheid en explosiviteit waren buitengewoon”, vertelde Van Aphen aan Le Soir. “Als je 10″21 loopt in de 100m, 45″00 in de 400m, 13″35 op de horden en dan nog eens 8m23 ver springt kan je je al eens een mindere discipline permitteren. Voor mij is het simpel: hij is de grootste aller tijden.” Dat hij het nu voor bekeken houdt komt ook voor Van Alphen niet echt als een grote verrassing. “Wanneer je alles gewonnen hebt, wordt het lastig om je te motiveren.”
Wat Van Alphen betreft heeft de Amerikaanse superatleet niet de erkenning gekregen die hij verdiende. “Hij heeft evenveel talent als Usain Bolt, maar kreeg nooit de aandacht die hij verdiende. Atletiek wordt in de VS ook niet geweldig gevolgd. Hij heeft bijvoorbeeld maar 87.000 volgers op Twitter. Sven Nys, met alle respect voor hem, heeft er 214.000. Dat zegt genoeg.”