Ze zitten erop, de Spelen in Rio. Vandaag blikken we nog een laatste keer terug. Eerste nemen we de prestaties van Koen Naert en Pieter-Jan Hannes even onder de loep, later op de avond volgt een terugblik op de bloedstollende 4×400 meter. We beginnen met de kijk van Lander Tijtgat: hij is een trainingsmaatje van Koen Naert onder Raymond Van Paemel en kan uit eigen ervaring ook een aardig woordje meepraten over de 1500 meter.
Hoe heb je de marathon gevolgd en wat vond je van onze Belgen?
“Ik heb de wedstrijd gevolgd via de IAAF-app, af en toe eens spiekend tijdens een festivalletje bij ons in de buurt. Daar kreeg ik om de 5 km een update qua plaats en tijdsverschil met de koplopers. Net op het moment dat ze de 40 km voorbij waren, viel mijn batterij plat. Op dat moment deden de Belgen het prima, dus dacht ik dat het zoiets zou worden. Bij thuiskomst bleken de Belgen het inderdaad voortreffelijk gedaan te hebben. Er was niet een echte uitschieter bij, had ik de indruk. Ik denk dat niemand van de drie een superdag kende. Koen liep lange tijd samen met de Noor Sondre Norstad Moen (19e) en de Canadees Reid Coolsaet (23e). Dit zijn 2 atleten die onder normale omstandigheden op hetzelfde niveau presteren als Koen (22e).”
Heeft Koen Naert de juiste keuze gemaakt door naar de marathon over te stappen?
“Koen heeft te weinig eindsnelheid op een 5.000m en een 10.000m om echt potten te breken op een Europees, wereld- en olympisch kampioenschap. Op EK’s werd hij weggelopen op de 10.000m wanneer de snelheid werd aangescherpt tijdens de laatste ronden. Misschien had hijzelf nog wel het idee om nog wat aan te modderen op die piste, maar door omstandigheden en op aanraden van trainer Raymond Van Paemel maakte hij iets vroeger dan verwacht de overstap naar de marathon. Nu moet je weten dat Koens fysiologie beter tot zijn recht komt op de weg dan op de piste. Dit is altijd zo geweest. Koen heeft de gave om duurlopen af te werken aan een hoog tempo zonder dat hij hoge waarden bereikt qua lactaat en hartfrequentie. Bovendien recupereert hij bijzonder snel én heeft hij bijna of nooit last van kwaaltjes, waardoor trainingsweken boven de 180km geen uitzondering zijn. Zijn stressfractuur aan het schaambeen afgelopen jaar was daar een uitzondering op, want sinds de komst bij Raymond in 2008 heeft Koen nooit een noemenswaardige blessure gehad.”
Hoeveel rek zit er bij hem nog op?
“Koen heeft nu twee marathons gelopen op tijd, en één op plaats. Qua tijd denk ik wel dat er nog iets kan afgepitst worden. Maar dit zal niet evident zijn. In Berlijn had Koen een superdag, waren de omstandigheden ideaal en had hij een gunstig wedstrijdverloop, waar hij nooit echt alleen liep, op de laatste kilometers na. Ik overlegde even voor de race met Raymond en die vertelde me dat Koen qua vorm en vista op het hoogste niveau ooit stond. Koen beschikte dus over de best mogelijke voorbereiding. Dan lijkt het me logisch dat hij zelfverzekerd aan de start stond. Dan heb je nog twee variabelen, die je niet kan voorspellen: het wedstrijdverloop en de vorm van de dag. Qua plaats weet je nooit. Kijk maar naar de Brit Callum Hawkins (9e), wiens PR iets zwakker is dan Koen zijn 2:10’31, maar hier een schitterende race liep. In de marathon kan alles, dus een top 10 mag je zeker niet uitsluiten met het oog op Tokyo. Qua mentaliteit en ‘workload’ kent Koen zijn gelijke niet, ik denk wel dat hij nog een mooie toekomst heeft.”
Wat vond je van de prestaties van Pieter-Jan Hannes?
“PJ had een moeilijk seizoen, dus mag je hem niet afschieten op basis van twee races. We moeten eerlijk zijn: was hij niet ingedeeld in reeks drie tijdens de ‘heats’, dan was het waarschijnlijk over and out. Maar geluk dwing je af, dus kon het nog goed komen in de halve finale. Maar daar zag je dat het over was en dat hij niet de ‘jus’ had om diep te gaan tijdens de slotronde. Waarschijnlijk was hij nog niet volledig gerecupereerd van de reeksen, hetgeen logisch is na zijn verstoorde trainingsopbouw. Je mag niet vergeten dat de 1500m een gek nummer is. Ik zag Ryan Gregson dit seizoen ongelooflijke dingen doen op DL meetings, dus ik dacht: die gaat knallen in de finale. Maar hij kwam er niet aan te pas. Drie wedstrijden op vijf dagen op dit niveau is niet voor iedereen weggelegd. Bovendien moet je altijd wat geluk hebben. Kijk naar de Spanjaard Bustos, intrinsiek trager dan Hannes dit jaar, maar staat wel lekker in de finale. Een ideale voorbereiding – de winnaar heeft natuurlijk altijd gelijk – is die van de Amerikaan Centrowitz: niet al te veel races lopen en lekker thuis blijven om te trainen. Ook het Amerikaans systeem van de trials helpt naar mijn mening. Daar simuleren ze de Spelen door daar al drie races te lopen in een korte tijdsspanne. PJ is tot nog toe de man van de eendagskoersen, met schitterende PR’s, maar hij laat zich wel kloppen door intrinsiek tragere mannen die sneller recupereren. Hij heeft 4 jaar om daarin een krak te worden. Ik geloof er in. Go PJ!”