Het verliep best met wat obstakels, die selectiestrijd voor een plaatsje op de marathon in Rio. En met de juridische procedure die Florent Caelen recent nog aanspande, zijn we ook na het bekendmaken van de selectie op alle andere disciplines zelfs niet aan het einde van het verhaal gekomen. Ook bij de vrouwen was de strijd om een plaatsje aan de start van de marathon op de Spelen tegelijk boeiend en bitsig. Hanna Vandenbussche was één van de protagonisten in die spannende laatste weken voor het verstrijken van de selectiedeadline. Een selectiestrijd die uiteindelijk onverwacht lang uitgesponnen werd en dat liet zich voelen. In een openhartige brief schrijft Vandenbussche die frustraties nu van zich af. De doctoraatsstudente legt daarbij de vinger op de wonde(s), maar hoopt ook dat haar beeld van een faire, sportieve atletieksport niet verloren gaat. Ze schrijft het volgende stuk in eigen naam.
[box type=”shadow” align=”aligncenter” class=”” width=”85%”]
Douleur périt, reste la fierté
Een marathon lopen, zo schrijft Paula Radcliffe, is vergelijkbaar met een mensenleven: je moet de slechte momenten overwinnen en genieten van de goede. De marathonloopster met een wereldrecord van 2u15min, heeft gelijk. Een langeafstandsloper moet tijdens die 42 kilometer zowel fysieke pijn als mentale last overwinnen. Maar dit maakt een marathon precies zo uitdagend: je leert jezelf kennen doorheen die voortdurende strijd met negatieve gedachten en fysieke ongemakken. Een maandenlange focus ging aan dat ene moment vooraf, waarin je aan niet veel anders kon denken dan aan trainen, eten en rusten. Elke atleet die zich voor de olympische marathon wou selecteren, heeft deze periode doorgemaakt en heeft er alles voor gedaan om dat ene doel te halen. Een strijd niet louter met zichzelf, maar ook met de weersomstandigheden, met een zwaar parcours, en vooral: met de andere concurrenten.
En die strijd leek mooi en spannend voor elke buitenstaander. Tot 30 april zou het een spelletje ‘haasje over’ worden doorheen alle steden van Europa: Rotterdam, Amsterdam, Parijs, Hamburg, Düsseldorf. Voor de media een droomscenario: telkens opnieuw konden er pagina’s gevuld worden met voorbeschouwingen.
Toen ik drie maanden geleden aan de start van Parijs bij de Champs-Elysées stond, kreeg ik tranen van ontroering in mijn ogen. Even leek die limiet niet zo belangrijk. Het geluk te mogen starten op zo’n grootse marathon, te kunnen lopen door mijn lievelingsstad, te kunnen rekenen op je trainster die als je grootste supporter langs de kant staat te schreeuwen, oversteeg alles. ‘Douleur périt, reste la fierté’ stond er op haar affiche om mij aan te moedigen. ‘Pijn verdwijnt, maar fierheid blijft’. Ik kon alleen maar dankbaarheid voelen, ook na aankomst. Dankbaarheid én trots, al was er het besef dat een olympische selectie zeer moeilijk zou worden.
Die ‘douleur’ of ‘pijn’ is spijtig genoeg niet alleen bij mij, maar ook nog bij heel wat andere atleten, niet verdwenen. Nee, niet de fysieke pijn van overtraining, ook niet de pijn van de teleurstelling het ‘net niet’ te hebben gehaald. Maar een diepere pijn, die samengaat met een zware ontgoocheling in het gedrag van andere mensen, organisaties en atleten. Dertig april werd ineens, zonder enig officieel bericht, verlengd tot 11 juli. De week daarvoor was ik samen met Gamachu Tulu nog snel gestart in Düsseldorf op 17 april, toen nog de laatst mogelijke datum voor de selectie. We hadden het beiden niet gehaald en wisten dat onze kans voor Rio definitief voorbij was.
Uit het niets, ineens, was er die plotse verlenging van de kwalificatietermijn. 11 juli. Een geschenk uit de hemel? Of eerder een vergiftigd geschenk dat zowel atleten, trainers, als organisaties in de problemen zou brengen? De laatste weken maakten wel duidelijk dat het helaas het tweede het geval was. De reeds geselecteerde atleten bleven in stress en onrust verkeren en moesten afwachten tot 11 juli tot de selectie definitief werd. De woede en ontgoocheling van sommigen was zeker te begrijpen, aangezien de oorspronkelijke regels van het spel ineens werden veranderd.
Maar wat als je als individuele atleet uiteindelijk te weten komt dat je toch nog kans maakt om een olympische selectie te halen, aangezien jijzelf geen controle hebt over die ‘spelregels’? Zelf koos ik er dan ook voor om net zoals Karen Van Proeyen en Abdelhadi El Hachimi nog een allerlaatste poging te doen. In mijn ogen zijn wij als individuele atleten allemaal het slachtoffer geworden van een heel tragisch gegeven: een bijzonder gebrek aan transparantie.
Maar het bleef niet bij een simpel ‘misverstand’ van de liga. Meerdere individuele atleten werden hiervan het slachtoffer. Woede vertaalde zich in onsportieve attitudes en pijnlijke confrontaties, tot tijdens de marathonpogingen zelf. De (sociale) media doet er een schepje bij en geniet ervan om sensationele en foute berichten te verspreiden over de mogelijke selectie van de atleten.
Florent Caelen reageerde terecht door naar de rechter te stappen. Hij viel hierbij niet El Hachimi in persoon aan, maar eiste voor zichzelf een rechtvaardige behandeling. Maar tegelijk was El Hachimi, zonder enig tegenbericht van de liga, naar Australië gevlogen om daar een prachtprestatie van 2u10 neer te zetten waardoor hij opnieuw in de selectie belandde. Mijns inziens zouden zowel Florent als Abdel naar de Spelen gestuurd moeten worden, want beiden hebben ze hier een even goede reden toe.
Wat het uiteindelijke verdict ook wordt, mijn (té romantische) beeld van de sportwereld en zelfs van de ‘Olympische Spelen’ is serieus aangetast. Eén van de hoofdleuzen van de olympische marathon luidt: “Het belangrijkst is niet, om veroverd te hebben, maar om goed gevochten te hebben.” Ik vraag me af of de hele selectiestrijd met dit olympische ideaal uiteindelijk nog heeft rekening gehouden. Sommige atleten hebben enkel en alleen gevochten om hun eigen eer te redden en hun plaats te veroveren. Mogen we hopen dat ze, eenmaal ze van ‘Team Belgium’ (wat dit woord ook mag betekenen…) deel uitmaken, van mentaliteit zullen veranderen.
[/box]
Over de auteur:
Hanna Vandenbussche is een Belgische marathonloopster, aangesloten bij MACW. Begin april van dit jaar liep ze de limiet voor de Spelen op de marathon in Parijs (2u38’35). Dat OS-ticket moest ze amper een twee weken later opnieuw afstaan nadat Manuela Soccol sneller liep in Hamburg. Met amper drie weken recuperatie poogde Vandenbussche vlak voor het afsluiten van de oorspronkelijke kwalificatieperiode een laatste keer om dat ticket te herwinnen, maar strandde op amper anderhalve minuut. Die oorspronkelijke deadline (30 april) werd uiteindelijk uitgesteld tot afgelopen maandag, maar ook een nieuwe poging op de marathon in Torhout leverde de pupil van Veerle Dejaeghere geen ticket voor Rio op.
Proficiat voor deze prachtige en correcte reactie!
Je brief is haast een ode aan de fair-play en aan de Olympische gedachte, een blik in het hart van atleten. Atleten hebben immers ook gevoelens en recht op eerlijkheid.
Ontroerend mooi verwoord!
Dit begrijp ik niet hoor. De selectie criteria voor de marathon waren in België nog nooit zo laag geweest, 2 atletes kunnen nu naar Rio met tijden die ’10 minuten’ boven de limiet die bijvoorbeeld in Nederland(2.28) geldt ofwel ongeveer 20 minuten boven de tijden van de betere loopsters. Wanneer je dan vaststelt dat tot 30 april, de datum die de bond van in het begin voorop had gesteld, alles correct is verlopen geweest en je hoort niet bij de beste drie wat is dan het probleem… Ik probeer me nu een beetje in de positie van Els Rens te stellen, haar concurrente voor die derde plaats. Hoe moet zij zich de laatste maanden gevoeld hebben, wel bij de beste drie maar door gelobby (??) van één of andere atleet(-te) opeens in grote onzekerheid tot 5 weken voor RIO! Begin dan maar aan je voorbereiding…Denk dat dit soort selectie criteria niet meer voor herhaling vatbaar zal zijn, in feite hebben we maar één loopster die daar echt iets kan gaan doen (Veerle Dejaeghere). Toen Atni hier vorig jaar schreef ‘de marathon, de kortste weg naar rio’, toen had ik nog iets van ‘de spoeling is misschien zo dun dat er op deze manier misschien een jong talent zoals Marleen Renders aan de oppervlakte zou kunnen komen en dan in Rio onder de vleugels van Dejaeghere zou kunnen uitgroeien tot topklasse. Helaas, het heeft niet gewerkt. Veel sterkte in ieder geval aan onze drie atletes en hopelijk vind Hanna Vandenbussche de energie om nog een grote sprong voorwaarts te maken, ik gun ze het van harte!
Reacties zijn gesloten.