Ameer Ali Hatef is een Irakees die sinds een half jaar in België verblijft. Hij zette in ons land, met een korte passage bij HAC en nadien een overstap naar DCLA, zijn hobby en grote liefde verder. Die liefde, dat is atletiek. Het uitoefenen van zijn sport vormde in zijn thuisland een groot probleem. Samen met het aanslepende permanente geweld was dit te reden voor de twintigjarige Ameer om te vluchten uit Bagdad. Een aangrijpend verhaal over religieuze terreur, vluchten en een alles overheersende passie voor atletiek.
Bij zijn aankomst in België zes maanden geleden kwam Ameer in een centrum in Torhout terecht. Hij sloot er zich aan bij het plaatselijke Houtland Atletiek. Een kleine drie maanden later kwam hij in Sint-Joris-Weert terecht, op zo’n tien kilometer van Leuven. Daar woont hij alleen in een kleine studio. Van daaruit kwam hij op de piste van DCLA in Kessel-Lo terecht. Sinds hij in Kessel-Lo traint legt hij zich voor het eerst op de 400 meter horden toe. Het leverde tot hiertoe een chrono van 55″22 op, maar er lijkt nog heel wat ruimte voor verbetering. Coach Caroline Lanssens herinnert zich de komst van Ameer nog goed. “Opeens stond hij hier. Mijn groep leek hem een leuke en geschikte groep, en hij wilde graag 400 horden proberen. Daar hebben we dan samen voor gekozen. Zijn snelheid en weerstand waren behoorlijk goed, maar hij kon echt niet van aanvalsbeen wisselen. Daar trainen we sindsdien elke week op.”
Sinds zijn vijftiende doet de jonge asielzoeker aan atletiek. In Irak richtte hij zich op de tienkamp. Als junior kwam hij daarin al tot 6500 punten. Tevoren had hij al gevoetbald en in het judo een zwarte gordel behaald. Daar werd hem verteld dat hij heel snel was, en dat hij zich misschien eens op atletiek moest richten. Het beoefenen van atletiek begon de laatste jaren een steeds groter probleem te worden. Voor de meest fanatieke moslims in Irak geldt atletiek als ‘haram’, het tegenovergestelde van ‘halal’, en dus een onreine handeling en bijgevolg een zonde. Verschillende atleten werden al vermoord en ook Ameer zelf werd al met de dood bedreigd.
De veelzijdige atleet is sinds dit seizoen senior, en wilde ondanks de steeds grote wordende dreiging absoluut nog één tienkamp bij de grote jongens afwerken. Hij noteerde in het najaar van 2015 6812 punten. “Meteen daarna ben ik gevlucht. Ze hebben bij iemand die ik goed ken zijn twee benen gebroken, omdat ze dachten dat ik het was. Mijn zus stopte omwille van het gevaar met atletiek, maar dat wil ik niet. Atletiek is mijn leven en zit ook in de familie. Mijn papa loopt onder de 47 seconden in de 400 meter, mijn zus onder de 24 seconden in de 200 meter. Ik vluchtte met een vriend via Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië, Kroatië, Slovenië, Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland naar België. Ik heb het vliegtuig, de auto en de boot genomen, maar ook veel gestapt. Het duurde 23 dagen en we hebben zo goed als niet geslapen.”
Sinds Ameer drie maanden geleden lid werd van DCLA, maakte hij er al heel wat vrienden. Hij viel er al snel op door zijn brede glimlach en vlotte omgang. Ook zijn Nederlands ging elke week vooruit. Tijdens dit gesprek blijken nog verschillende woorden onbekend voor hem, maar we behelpen ons met Google Translate. Hij verliest zijn geduld niet en probeert alles met de hulp van gebaren te verduidelijken. Eens de vraag duidelijk is komt Ameer telkens met een verstaanbaar verhaal. Hij zette zich dan ook helemaal in tijdens zijn lessen Nederlands in het Centrum voor Volwassenenonderwijs. Met trots vertelt hij over zijn examens afgelopen week. “Voor luisteren: 2+, voor schrijven: 2+, voor spreken: ook 2+! Ik had drie dagen per week les, maar ik heb ook veel hier op de club geleerd. Als het begint te regenen vraag ik: wat is dit? En zo leer je bij.”
Behalve over de vriendschappen en de vooruitgang op taalvlak is hij ook tevreden met de progressie die hij de laatste maanden op sportief vlak boekte. Hij traint zo’n zes keer per week en kwam drie keer in competitie uit over 400 horden. “Ik doe het nog maar een kleine drie maanden en kan nog steeds niet goed wisselen. Het gaat al beter op training, maar ik moet op wedstrijd nog steeds alles met één been doen. Ik liep in Irak onder de 50 seconden op een 400 meter vlak, en droom van een 400 horden onder die grens. Maar eerst eens onder de 55 seconden duiken. Ik hoop erop bij het BK komend weekend.” De jonge Irakees is in België gelukkiger, ondanks het gemis van zijn familie die in Irak bleef. Het is aan zijn steeds aanwezige glimlach af te lezen. In Bagdad kende hij nooit anders dan oorlog en geweld. Er was steeds het conflict met de Koerden, er was de terreur van Saddam, vanaf 2003 de Irakoorlog en na het wegtrekken van de Amerikanen volgde een burgeroorlog en het geweld van IS. Dan ziet het leven er in België beter uit. Hij kon zelfs al een echte jongensdroom realiseren: meetrainen met de allerbesten. Een vrouw die hem begeleidde in zijn asieltraject was toevallig verre familie van de Borlées. Ze regelde dat Ameer eens kon gaan meetrainen met de groep van Jacques Borlée. “Ik mocht drie keer meedoen. Dat was leuk. Ik kende Kevin en Jonathan al van in Irak en volgde hen via Facebook.”
Toch kan ook Ameer soms ongelukkig zijn, toen er bijvoorbeeld begin mei in Irak een dodelijke bomaanslag plaatsvond waarbij tientallen doden vielen. “Er kwamen elf bekenden van mij om, waarvan vijf echt goeie vrienden en ook een neef van mij. Ook bij de aanslagen in Brussel was ik geschrokken. Irak kwam een klein beetje naar België.” Begin juni volgde nog meer slecht nieuws. Ameer kreeg op 3 juni een negatief antwoord op zijn aanvraag voor een tijdelijke verblijfsvergunning. Hij moet voor 2 juli het land uit. In Bagdad is er voorlopig geen aanwezigheid van IS en als Ameer stopt met sporten is de dreiging beperkt, zo kreeg hij te horen. De bedreigingen die zijn familie al te verwerken kreeg en de vele aanslagen in Bagdad maakten onvoldoende indruk. Hij gaat wel nog in beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. “Eender wat de beslissing is, mijn droom stopt niet. Ik wil in vrede leven, ver weg van alle oorlog. Ik wil gelukkig zijn.” Ook als we bij de pijnlijke thema’s zijn aanbeland blijft Ameer zijn sympathieke lachende zelf. “Het leven is te kort om ongelukkig te zijn. Ik ben jong en heb een droom.” Ik vraag me af of hij zijn problemen probeert weg te lachen. Of zou hij echt àltijd die vrolijke optimist zijn? Ik hoop op het tweede en vooral op een veilige thuishaven voor Ameer. Een thuishaven waar sporten wordt toegejuicht.