Steven Casteele begint komende zondag, op de Prijzenmeeting van AC Herentals, aan zijn zomerseizoen. Een seizoen dat in teken staat van het EK in Amsterdam, waar de West-Vlaming ondanks zijn jeugdige leeftijd (21 jaar) voluit op mikt. Wij legden hij nog voor zijn seizoensdebuut enkele vragen voor.
Steven, met welk gevoel heb jij het veldloopseizoen afgesloten?
“Ik ben eigenlijk wel tevreden over mijn veldloopseizoen. Het eerste deel was wat minder door buikklachten maar daar hebben we na nieuwjaar eindelijk de oorzaak van gevonden. Daarna waren de wedstrijden aanzienlijk beter. Op het Vlaams kampioenschap had ik een superdag en ik hoopte deze ook te hebben op het Belgisch kampioenschap, maar helaas was dat niet het geval. Ik mag eigenlijk wel tevreden zijn van die wedstrijd, want ik deed lang mee voor de derde plek en probeerde af en toe te versnellen.”
Hoe belangrijk is dit zomerseizoen voor je? Beschouw je het veldloopseizoen zuiver als een opbouwperiode naar het outdoorseizoen?
“Zelf vind ik het veldloopseizoen even belangrijk als het outdoorseizoen, maar het is geen olympische discipline dus is het minder belangrijk voor de sponsors, de VAL, … Na het EK veldlopen zijn we begonnen aan de opbouwperiode naar de zomer. Dus de tweede helft van de winter is ‘minder’ belangrijk.”
Met welke doelen trek je richting het outdoorseizoen? Specifieke tijden en/of prestaties voor ogen?
“Ik zou graag naar het EK in Amsterdam gaan op de 5.000m of op de 3.000m steeple. Tot de IFAM trainen we evenwel voor de 5.000 omdat die limiet haalbaarder is dan die op de steeple. Die limiet moet realistisch zijn aangezien ik maar vijf seconden sneller moet lopen dan vorig jaar. Op de steeple moet ik veel sneller lopen, maar ik heb nog geen enkele steeplewedstrijd gelopen waar ik echt naar toe getraind heb. Meestal doe ik dat op het einde van mijn seizoen met één of twee steepletrainingen, wat te weinig is om een echte goeie tijd te lopen.”
Tot slot: Wanneer begin je er aan dit outdoorseizoen? Welke wedstrijden staan al vast?
“Mijn seizoen begint op 1 mei in Herentals. Ik hoop daar op een snelle 3.000m. Daarna volgt de interclub waar ik ook een 3.000m loop en dan is het al tijd voor de IFAM, waar ik voluit ga voor de EK-limiet.”
