De woorden van Wilfried Meert, de organisator van de Memorial Van Damme, klonken zo hoopvol op de persconferentie enkele weken geleden. Vandaag lijkt die hoop weer verdwenen als sneeuw voor de zon. In het parlement reageerde Vlaams minister van Sport Philippe Muyters op de insinuaties die de laatste tijd de ronde deden, en drukte die ook meteen weer de kop in.
Wilfried Meert was duidelijk. Een dag voor de Memorial Van Damme verspreidde hij de mooie boodschap dat men stap per stap naar een oplossing geraakt voor de verdwijning van het stadion op de Heizel. Hij sprak over een mogelijke renovatie van het huidige Koning Boudewijnstadion waarbij de capaciteit zou afnemen van 50.000 naar 40.000. Voor die werken is er natuurlijk geld nodig en daarvoor zou de stad Brussel gedeeltelijk voor in de bres willen springen, mits de federale overheid en deelstaten zouden meebetalen.
Vandaag kwam er dus een antwoord op de vraag of die overige partijen bereid waren mee te werken aan de afbouwwerken van het stadion. Vlaamse minister van Sport, Philippe Muyters reageerde concreet: “Ik blijf bij het eerdere standpunt van de Vlaamse regering dat een financiële bijdrage vanuit Vlaanderen niet aan de orde is.”
“Het geld voor deze legislatuur is zuiver bestemd voor een inhaalbeweging inzake sportinfrastructuur en zwembaden”, zo staat te lezen op de site van De Morgen. Muyters gelooft zelf ook niet dat er twee stadions zouden komen in Brussel. Aangezien de financiering van het eerste stadion al niet op rolletjes verliep verwacht hij dat een bijkomend stadion weinig realistisch lijkt. Ook de optie om een bestaand stadion in België aan te passen naar de normen van de Diamond League is niet aan de orde.
