Dit weekend staan de European Team Championships op het programma, ook wel de Europacup voor landenteams. België komt samen met elf anderen uit in de First League, de tweede van vier divisies, in het Griekse Heraklion. Promotie lijkt door onder meer de vele afzeggingen niet aan de orde, en dus zal het vooral zaak zijn om zo ver mogelijk van de twee degradatieplaatsen weg te blijven. De organiserende Grieken proberen de eurocrisis even te vergeten en te promoveren naar de Super League. Hieronder leest u wat u van Belgische zijde kan verwachten.
Wie een slechte of een superdag zal hebben kunnen we moeilijk voorspellen, dus we houden ons min of meer aan de lijstjes van persoonlijke en seizoensrecords. De mannelijke hamerslingeraars moeten, zoals ze dat gewoon zijn, als eerste aan de bak. Om 15u Belgische tijd probeert Tim De Coster de eerste punten in het laatje te brengen. Iemand achter zich houden wordt niet gemakkelijk. Daarna mag Chloé Henry haar polsstokken bovenhalen, en een plaatsje bij de eerste zes is realistisch. Ook Philip Milanov mag al snel een eerste keer aan de bak. Met zijn persoonlijke beste van 17m91 is iedereen die hij in het kogelstoten achter zich kan houden mooi meegenomen. Om 16u05 Belgische tijd staat het eerste loopnummer op het programma. In de 400m horden komt met Axelle Dauwens een van onze toppers in actie. Het is bij haar hopen op een plaatsje bij de eerste twee. In diezelfde discipline bij de mannen moet Tim Rummens bij de eerste vier kunnen eindigen. In het hinkstapspringen bij de dames heeft Sietske Lenchant de zevende seizoensbeste, en zij kan dus proberen om zich nog net in de eerste helft te springen. Voor Cynthia Bolingo geldt in de 100 meter exact hetzelfde. Annelies Peetroons kan nadien in het discuswerpen zelfs op een top 5-notering mikken. In de 100 meter bij de mannen zal Chamberry Muaka heel tevreden mogen zijn met iedereen die hij achter zich laat.
Daarna is het de beurt aan de jonge Renée Eykens in de 800m. Alles langer dan 400 meter is nog iets moeilijker te voorspellen omdat we niet weten of het eerder een snelle dan wel een tactische koers zal worden. We mogen toch hopen op een top vijf voor Eykens. Voor Pieter-Jan Hannes komt in de 1500 meter het gevaar in een snelle koers van de sterke Turk Ozbilen, in een tactische race eerder van de Tsjech Holusa. Als hij de benen van in Oslo nog eens kan bovenhalen, verwachten we hem toch altijd bij de eerste twee. Hoogspringer Bram Ghuys moet met een zesde beste persoonlijk record de eerste helft ambiëren. Astrid Verhoeven moet in de steeple proberen om een tweetal meisjes achter zich te laten. In het verspringen bij de mannen zit alles dicht bijeen, maar een top zes is zeker mogelijk voor Cedric Nolf. Dat geldt ook voor Laetitia Libert in de 400 meter. Nadien probeert Kato Van Den Brulle om in het speerwerpen nog minstens twee werpsters voor te blijven. Antoine Gillet, die bij afwezigheid van de drie Borlées en Julien Watrin de 400 meter loopt, mag zeker top zes ambiëren.
De laatste twee individuele proeven op dag één zijn de lange loopnummers. Bashir Abdi moet proberen om de 5000m te winnen en Louise Carton zou wel eens top drie kunnen lopen in de 3000m. Beiden hebben er waarschijnlijk baat bij om de koers vroeg genoeg open te beuken. Afsluiten doen we zaterdag met de 4×100 meter. Onze damesploeg lijkt op papier toch een top zes of op zijn minst top acht waard, de heren zullen moeten proberen om nog enkele landen achter zich te houden. Het stokje veilig binnenbrengen levert waarschijnlijk voor de twee teams al wel wat punten op. Hopelijk kunnen onze landgenoten dan naar bed met het idee dat ze al comfortabel boven de degradatiezone zitten.
Dag twee begint opnieuw met hamerslingeren, maar dit keer voor de dames. Jolien Boumkwo kan daar bij de beste drie eindigen en al meteen heel wat punten binnenbrengen. Meteen daarna moet ze ook gaan kogelstoten, en ook daar is top drie realistisch. Een polsstokcompetitie levert meestal enkele verrassingen op, maar onze landgenoot Arnaud Art verwachten we daar toch in de top vijf. Solomon Commey moet in het hinkstapspringen trachten nog twee of drie heren achter zich te laten. Op de 100m horden gaat Anne Zagré een duel aan met de Nederlandse Visser en de Zwitserse Zbären voor de overwinning. Bij de mannen is het voor Denis Hanjoul realistisch om op de eerste helft en dus top zes te mikken. Philip Milanov mag nadien ook zijn favoriete discipline uitoefenen en doet in het discuswerpen mee voor de overwinning, al gooide de Est Kupper dit seizoen nog verder. Nicky Coemans kan in de 800 meter top vier lopen en Sofie Van Accom in de 1500 top vijf. Op de steeple bij de mannen probeert Jeroen D’Hoedt zijn laatste kilometer strakker te houden dan enkele weken geleden. In dat geval is top drie zeker mogelijk. In het hoogspringen bij de dames zitten er veel springsters dicht bijeen, maar ook voor Hannelore Desmet is top drie realistisch. In de 200 meter bij de dames mag Cynthia Bolingo het voor de tweede keer opnemen tegen de superster(ke) Dafne Schippers. Voor onze landgenote lijkt top vijf een mooie ambitie. Als verspringster Jolien Leemans nog een dame achter zich kan houden zou dat mooi zijn. Arnout Matthys kan er in de 200 meter hopelijk nog één of twee meer achter zich houden. In het speerwerpen mag Timothy Herman op top vier en zelfs top drie mikken. Nadien staat Hanna Vandenbussche voor de zeer moeilijke taak om in de 5000 meter nog iemand achter zich te houden. Een zesde of zevende plaats lijkt de doelstelling voor Thomas De Bock in de 3000 meter te gaan worden. Afsluiten doen we het weekend traditioneel met de 4×400 meter, telkens leuk om naar te kijken. Ondanks de vele afzeggingen staan er toch nog sterke Belgische teams aan de start, die zeker top vier moeten waard zijn. Zondagavond om 19u30 weten we of de Belgen in de First League mogen blijven of, je weet maar nooit, stijgen naar de hoogste afdeling.