Na enkele ware demonstraties in het begin van het veldloopseizoen, werd Simon Debognies getroffen door verschillende fysieke ongemakken. Na een zeer moeilijke periode, werd hij uit het niets tweede op het BK korte cross bij de seniors. Toen nog helemaal niet in topconditie, maar nu draait het eindelijk weer soepel bij de 18-jarige Simon Debognies. We treffen de atleet van het Olympic Running Team aan de atletiekpiste van het provinciedomein te Huizingen en schotelen hem verschillende vragen voor. Een bijdrage van Roel Stiens.
Hoe zwaar was de ontgoocheling deze winter toen je bijna het halve crossseizoen aan de kant moest toekijken door medische klachten?
“Dat kwam zeker en vast hard aan. Ik verkeerde begin december in bloedvorm en na een slechte race op het EK veldlopen in Samokov, wou ik mij maar al te graag terug tonen in de Belgische modder. Ziekte en andere klachten beslisten daar anders over, maar ik besefte dat ik rust nodig had en ben achteraf ook blij dat ik naar mijn lichaam geluisterd heb. Al die tegenslagen waren natuurlijk ook een stimulans om er daarna weer tegenaan te gaan!”
Op het BK korte cross verraste je veel mensen door bij de seniors zomaar eventjes tweede te worden na een lange periode van inactiviteit. Was je zelf ook verrast door deze puike prestatie?
“Ik heb die dag ook mezelf verbaasd. Tot twee weken voor het BK was ik zelfs niet van plan om deel te nemen, aangezien de trainingen nog niet zo vlot verliepen. Maar in de weken die daarop volgden begon de conditie terug te komen, ik voelde mij weer goed en de honger naar wedstrijden werd weer groter. Zonder specifieke of zware trainingen en zonder verwachtingen trok ik naar Wachtebeke. Nadat ik de start overleefd had, positioneerde ik mij in de kop van de wedstrijd en snelde er onverwacht naar een tweede plaats. Voor mij was het vooral een opluchting na een moeilijke periode.”
Waarop lag de nadruk sinds de hervatting van de trainingen de afgelopen maanden?
“Na een trainingsachterstand van een maand en half, was het de bedoeling om mij klaar te stomen voor het pisteseizoen. De nadruk lag dus eerst en vooral op basisconditie en stabiliteit. De laatste weken werd ik op training voorbereid op mijn eerste wedstrijden.”
Ondervind je nog fysieke hinder van je astma of andere ongemakken?
“Van al die vervelende kwaaltjes ben ik momenteel gelukkig verlost! Ik heb nu een behandeling voor mijn inspanningsastma achter de rug, waardoor ik de effecten ervan kon neutraliseren. Laten we hopen dat ik voor de rest verlost blijf van blessures of ziektes!”
Wat zijn je doelen de komende maanden?
“Voor komende zomer is het simpel: op de IFAM in Oordegem zal ik jacht maken op de limiet voor het EK junioren in Zweden op de 5000m. Ik zou er ook mijn PR willen verbeteren en een gooi doen naar een snelle chrono. Vanaf dan staat alles in het teken van het Europees kampioenschap in Eskilstuna.”
Welke PR’s wil je deze zomer verbreken?
“Zoveel mogelijk natuurlijk! De voorbije jaren kon ik zowat in elke wedstrijd mijn PR’s verbeteren, nu zal dat al iets moeizamer gaan. Ik wil mij dit seizoen vooral tonen op de 5000m, een afstand waarop ik graag onder de 14 minuten zou willen duiken. Ook op de 1500m wil ik een snelle tijd laten noteren.”
Vrijdag 1 mei liep je in Tongerlo je eerste pistewedstrijd van het seizoen. Je werd vierde in 8’19’’ op de 3000m, ben je tevreden met deze seizoensopener?
“Ik had een beetje een dubbel gevoel na de wedstrijd. Eerst was ik wat ontgoocheld omdat de tijd niet zo schitterend was en ik op het einde niet echt diep kon gaan, maar achteraf gezien zat een goede tijd er nooit in door de slechte omstandigheden en was ik blij dat ik in een mooi deelnemersveld vierde kon worden. Het was een degelijke opener van het pisteseizoen.”
Trek je op stage komende zomer?
“Ik trek eind juni voor drie weken naar Sankt Moritz met het Olympic Running Team om er mij voor te bereiden op het EK junioren!”
Onlangs werd je vetpercentage en voedingspatroon in de Bakala Academy onder de loep genomen, wat is daaruit gebleken?
“Mijn lichaamssamenstelling en vetpercentage werden er berekend door middel van een DXA-scan, gevolgd door een gewone huidplooimeting en hydratatietest. Daaruit bleek dat ik in vergelijking met Isaac (Kimeli, red.) en Thomas (De Bock, red.) het hoogste vetpercentage heb. Sindsdien word ik dan ook “de vetzak” van het team genoemd. Maar al bij al waren de resultaten van de testen zeer goed!”
Je volgt les aan de Vrije Universiteit Brussel, lukt de dagelijkse combinatie school/training?
“Tot nu toe lukt het vrij goed om sport en studie te combineren. Met mijn topsportstatuut kan ik mijn lessenrooster aanpassen, examens verplaatsen en flexibeler zijn. Dit zorgt er voor dat ik op de gewone tijdstippen mijn trainingen kan afwerken met mijn trainingsgroep. In juni kan ik ook wat vroeger op hoogtestage vertrekken, omdat ik enkele examens kon verplaatsen.”
De Olympische marathonkoorts tiert welig in België, zien we jou ooit op de magische 42.195 km?
“Ooit! Al zal dat nog niet voor binnenkort zijn, maar voor later! De marathon is mythisch en in mijn ogen één van de mooiste disciplines van de atletiek!”