Heel wat afstandsslopers trekken jaarlijks naar de Algarve om hun zomerseizoen voor te bereiden. Ook dit jaar was dat niet anders, maar afstandsslopers zijn niet de enigen die de Portugese zon verkiezen. Timothy Herman werkte in het zonnige Albufeira zijn paasstage af onder perfecte omstandigheden. De atleet van ACME is opnieuw gemotiveerd om zijn speer voorbij de grens van de tachtig meter te werpen. Hij opent zijn seizoen zondag op het Provinciaal kampioenschap in Beveren en blikt in dit interview vooruit op zijn zomerseizoen.
Timothy, na een stage van twee weken keer je terug naar België, ben je klaar voor de eerste wedstrijden eind deze maand?
“Zeker, tijdens de winter heb ik geen tegenslag gekend. Dat was anders dan de andere jaren, toen ik sukkelde met een schouderblessure. En ook op stage verliep alles naar wens. De laatste twee weken hebben we vooral aan techniek gewerkt, daar kan je immers steeds in verbeteren. Ik heb er ook al heel wat werptrainingen opzitten en zie dat ik steeds meer progressie maak. Ik heb nog nooit zo’n goede voorbereiding gekend en zit vol vertrouwen, nu moet ik het alleen nog waarmaken.”
Je probeerde de voorbije twee jaar een worp van tachtig meter te behalen maar daar slaagde je telkens net niet in, denk je dat het dit jaar wel kan?
“Als ik blijf vooruitgang maken en gespaard blijf van blessures dan kan ik heel dicht komen, maar als ik mijn record van 78m98 verbeter ben ik eigenlijk ook al tevreden. Ik ga mezelf geen druk opleggen, ik ga gewoon alles geven en dan zien we wel wat er van komt.”
Als je een keuze moet maken tussen een worp van tachtig meter of Belgisch kampioen worden, wat kies je dan?
“Tachtig meter, Belgisch kampioen worden is niet zo veel extra. Je krijgt een medaille, een roos en wat geld van de club maar meer is het niet. Ik weet zelfs nog niet of ik ga meedoen aan het BK. Mijn vrouw is uitgerekend voor een dag na het BK (Timothy verwacht zijn eerste kindje, red.) en ik ben liever bij haar dan op de piste. Eigenlijk is mijn seizoen nu al geslaagd, ik word papa en heb kunnen trainen zonder blessures, beter kan toch niet?”
Stel dat je voorbij die tachtig meter gooit en dicht in de buurt komt van de limiet (82m00) voor het Wereldkampioenschap in Peking eind augustus. Neem je dan een loopbaanonderbreking?
“Dat zou geen probleem zijn, ik heb er alles voor over om nog eens op een groot kampioenschap te geraken. Maar een worp van 82 meter is nog een eind verder dan 80 meter, echt alles moet dan meezitten. Maar het lijkt me niet onmogelijk. Momenteel werk ik nog voltijds bij de leveringsdienst van Vanden Borre, ik werk er heel graag maar het is vaak moeilijk om een voltijdse job te combineren met topsport. Tijdens de winter heb ik steeds veertig à vijftig uur per week gewerkt in combinatie met een achttal trainingen. Ik sta op om 6u30 en wanneer ik eenmaal thuis ben pikt mijn vader me op om naar de topsporthal in Gent te rijden. Op het einde van de week ben ik dan meestal erg vermoeid. Nu ik op stage ben en niet hoef te werken voel ik me meteen tien procent beter op training. Als ik me deze zomer alleen zou kunnen focussen op mijn sport dan kan ik echt ver werpen, maar van speerwerpen alleen kan ik niet leven. Gelukkig heb ik wel veel kleine sponsors dankzij mijn vader, zo kan ik deze zomer iets minder werken.”
Het is dus erg moeilijk om op een hoog niveau te blijven sporten voor jou zonder financiële steun?
“Inderdaad, als je niet moet werken dan kan je je lichaam laten rusten tussen de trainingen in en zo kan je toetreden tot de echte top. Normaal ga ik driemaal per jaar op stage maar nu kan dat niet meer. Een stage is erg duur, vanaf het moment dat mijn ouders mij niet meer financieel steunen verwacht ik ook geen topprestaties meer.”
Vind je het spijtig dat je geen (deeltijds) contract krijgt bij Atletiek Vlaanderen?
“Natuurlijk, in 2012 ging ik van 73 meter naar bijna 79 meter in een jaar. Iedereen rond mij zei dat ik een contract zou krijgen maar uiteindelijk kreeg ik niets. Toen ik dat nieuws te horen kreeg zag ik het even niet meer zitten. Ik had toen heel de zomer en winter hard gewerkt en getoond dat ik een contact waard was maar dat was blijkbaar niet genoeg.”
Maar toch ben je doorgegaan, speelde jouw vader (Chris Herman, red.) daar een rol in?
“Mijn vader en ook mijn moeder hebben me altijd heel hard gesteund. Mijn vader is inderdaad altijd mijn grote motivator geweest, hij is er steeds voor me op training samen met mijn coach Luk Van Maldegem. Op stage filmt hij elke worp en die sturen we ’s avonds door naar Luk die dan feedback kan geven op mijn techniek. We zijn echt een goed team samen!”
Alles samengevat zit je dus helemaal vol vertrouwen voor de zomer. Wat verwacht je van je eerste wedstrijden?
“Als ik gespaard blijf van blessures hoop ik te beginnen met waarmee ik vorig jaar ben geëindigd. Als ik dan die vorm kan doortrekken is er veel mogelijk. In mei neem ik deel aan een internationale meeting in Milaan, misschien dat er daar wel een superworp uitkomt als de wind mee zit. Ik heb altijd al een voorkeur gehad voor internationale meetings. Vaak kunnen we als speerwerpers zelf kiezen langs welke kant er geworpen wordt. Misschien moeten ze dat in België ook maar eens doen, de wind speelt eenmaal een grote factor bij het speerwerpen.”