Jesse Stroobants liep zondag in Amsterdam zijn tweede marathon. De atleet van Daring Club Leuven ambieerde een tijd onder 2:16. De omstandigheden had Stroobants alvast niet mee. Zondag was een onverwacht warme en ook zeer winderige oktoberdag. Ondanks deze omstandigheden leek hij halfweg nog perfect op schema te zitten. Zijn doorkomsttijd van 1:07:59 was ideaal, maar dan moesten de zware kilometers nog volgen. Vanaf kilometer dertig was het vet dan ook van de soep. Het verval was te groot op het einde, waardoor een tijd onder de 2:20 onhaalbaar werd. Stroobants beet desondanks door en finishte uiteindelijk in 2:23:09, geen knaltijd zoals waar hij op had gehoopt. In de totaaluitslag werd hij daarmee 15de en 2de Belg, 1ste Belg Willem Van Schuerbeeck werd 12de met 2:19:03.
“Ik ben er in het verleden nooit in geslaagd een betere marathonvoorbereiding te hebben dan die van de afgelopen weken. Buiten een moeilijke voorlaatste week heb ik geen enkele training gemist, en de tempotrainingen liepen veelal soepel en goed. Vol vertrouwen trekt een atleet dan naar de marathon waarop de keuze gevallen was, naar Amsterdam dus…” , reageerde Stroobants op de website van zijn club Daring Leuven.
Stroobants alludeert ook op de slechte omstandigheden van zondag. “Een grote groep voor mijn geambieerd schema van 2:15 bleek helaas niet aanwezig. Voor een IAAF gold label marathon is dat wel wat vreemd. Maar met de Nederlandse Patrick Stitzinger ,de favoriet voor de titel van NK marathon als bondgenoot en Lander Van Droogenbroeck als tempomaker, hoopte ik toch voldoende gezelschap te hebben in mijn strijd tegen de klok. De werkelijkheid zorgde echter voor een slecht scenario: vooreerst waren de weersomstandigheden niet goed (wind en hoge luchtvochtigheid). Bovendien bleek Patrick Stitzinger geblesseerd aan de start te staan en hij verdween reeds na 2km uit de wedstrijd. Ook mijn tempomaker Lander had het vanaf 10km al iets te moeilijk met het gevraagde tempo. Omdat ik hem verplichte het schema van 3’12”/km zoveel mogelijk aan te houden, moest hij zodanig diep gaan dat hij zich reeds op 16km aan de kant diende te zetten. En laat daar net het spel met de tegenwind, die strak stond, langs de Amstel beginnen. Moederziel alleen op 16km in een marathon is nooit bemoedigend. Maar ik zag onze marathontopper Willem Van Schuerbeeck wel voor me uitlopen, ook reeds solo en trok me daaraan op in het min of meer aanhouden van het voorziene schema.“
Verder heeft hij het ook nog over de lastige laatste kilometers waarin het tempo, zeker naar het einde toe, begon te zakken. “Achteraf gezien heb ik tussen dat moment en km 28 al mijn energie opgesoupeerd. Met als gevolg dat ik nog voor de 30ste km met lege benen zat, terwijl de marathon eigenlijk pas op km 35 begint. Nee, ik kan moeilijk voor de geest halen hoe ik er in geslaagd ben nog 14km te lopen zonder het minste gevoel mijn benen nog rond te krijgen. Bij elke 100m piekerend of ik er de brui aan zou geven. Bij elke 50m de meefietsende supporters met medelijden in hun blik of stem mijn naam horen roepen, om dan toch maar de ene voet voor de andere blijven zetten. Soms zit alles tegen. En dan maakt het zelfs niet uit dat ik de finish heb gehaald in een – voor mijn eigen ambities – bedroevende tijd.”