Het hoogspringen bij de mannen beloofde een knaller te worden. Met de Qatarees Barshim, die dit jaar al over 2m40 ging, en de Oekraïner Bondarenko, die in Lausanne zelfs over 2m41 ging, kwamen de twee beste hoogspringers van de laatste 20 jaar tegen elkaar uit. Het te verwachten duel kwam er ook uiteindelijk, al draaide het al snel uit op de dominantie van één van beiden.
Barshim bleef nagenoeg feilloos tot 2m38 en voelde zich duidelijk goed in zijn vel. De Oekraïner Bondarenko, met 2m41 dit jaar de ranglijstaanvoerder, liet veel minder in zijn kaarten kijken. Hij sprong enkel op 2m29 en 2m35 (meteen foutloos). Toen hij bij zijn tweede poging ook over zijn persoonlijke beste, 2m41, ging, zette hij de rest zwaar onder druk. De Canadees Drouin was allang blij dat hij zolang had kunnen aanklampen. Hij moest tevreden zijn met een bronzen plak, maar verbrak met 2m38 wel het Canadese record.
De Qatarees Barshim had intussen al teveel pogingen nodig gehad en moest – na een gemiste poging op 2m41 – de lat nog wat hoger (amper 1 cm onder het WR) laten leggen. Bondarenko zag het graag gebeuren en liet de Qatarees zijn gangetje gaan. Barshim was nagenoeg kansloos op die hoogte. Hij faalde tweemaal en Bondarenko werd wereldkampioen met amper 4 (!) pogingen op 3 hoogtes.
De lat ging naar 2m46, wat zou goed zijn voor een nieuw wereldrecord. De rijzige Bondarenko poogde ook in Lausanne al driemaal op die hoogte, maar faalde toen. In Moskou werd het evenmin een succes. Hoewel hij bij de tweede poging bijzonder dichtbij kwam, was 2m46 nog net teveel gevraagd. Het zal ongetwijfeld voor later zijn. Zijn 2m41, evenaring van de WL, was wel goed voor een kampioenschapsrecord.