De EK-finale van het polsstokspringen bij de mannen van bijna twee weken terug was er één om duimen en vingers bij af te likken. Renaud Lavillenie vertolkte voor de zoveelste keer een hoofdrol, maar zag het jonge geweld, met Timur Morgunov en vooral Armand “Mondo” Duplantis, respectievelijk één en twee treden hoger staan op het podium. De nummers twee en drie van die EK-finale treden vandaag aan in Antwerpen op de Urban Memorial aan het MAS. Wij gingen te rade bij Steven Taeleman, coach van onder meer Ben Broeders en Elien Vekemans, om het uitzonderlijke niveau van de huidige polsstoklichting in de verf te zetten.
Taeleman was zelf aanwezig in Berlijn en maakte de intense atletiekweek dan ook vanop de eerste rij mee. Als coach kende hij minder geluk, aangezien zijn atleet Ben Broeders er niet in wist te slagen om zich te plaatsen voor die geweldige polsstokfinale. Los daarvan genoot Taeleman ten volle van de vele hoogtepunten in de Duitse wereldstad.
“Het EK in Berlijn was een heus atletiekfeest. De slotact lag dan ook in de lijn van het kampioenschap: een zinderende polsstokfinale. Alle ingrediënten voor een goede film waren overigens aanwezig: rivaliteit, bromance, spanning, spektakel én dat heerlijke Berlijnse publiek als kers op de taart. Niet alleen de atletiekfans pur sang, maar ook elke sportliefhebber zou zoiets willen meemaken. Ik zou het voor geen geld van de wereld willen missen. Bovendien zag je in Berlijn in heel wat nummers een heuse generatieswitch. De “Road to Tokyo” lijkt ingezet”, vertelt Taeleman.
Naast al dat buitenlands geweld zouden we haast vergeten dat er ook een Belg in die finale stond.
“Dat klopt. Als ik het daarnet had over die film, dan was er een mooie bijrol voor Arnaud Art. Zijn ultieme poging op 5m75, wat een verbetering van zijn BR zou betekenen, verdiende meer dan een naar beneden denderende lat. Zijn competitie deed echter het beste verhopen met het oog op de laatste wedstrijden van het seizoen, met onder meer nog de Memorial Van Damme, maar ook met het oog op de komende jaren. Ben Broeders kende minder succes, maar ik ben ervan overtuigd dat we nog veel plezier gaan beleven aan Art en Broeders. Beide atleten beschikken over de nodige portie talent. Met de juiste trainingen kan je normaal op termijn oogsten, al blijft polsstokspringen één van de meest delicate disciplines”, aldus de polsstoktrainer.
Met 5m65 werd Art op het EK negende, terwijl je op de afgelopen EK’s met zo’n hoogte altijd meestrijdt voor een plaats bij de beste vijf, of het podium.
“Voor Art en Broeders geldt echter momenteel het volgende: de top is van een ander niveau. De keizer van het polsstokspringen blijft voorlopig Renaud Lavillenie. De “kleine” Fransman staat al jaren aan de top, won bijna alles wat er te winnen viel en verbeterde in 2014 het WR van Sergey Bubka in zaal naar 6m16. Er zijn echter kapers op de kust. Die kapers zijn jong in tegenstelling tot de dertiger Lavillenie. Armand Duplantis moet nog 19 jaar worden. De Noor Sondre Guttormsen, die “al” 19 jaar is, werd in Berlijn knap zesde met 5m75. Timur Morgunov, voor Berlijn nog relatief onbekend op uitzondering van zijn sprong in Rabat waar hij zichzelf bijna een pijnlijk cadeau bezorgde, lijkt relatief oud in het gezelschap van de quasi-Millennials met zijn 21 lentes”, vervolledigt Taeleman.
“Het straffe aan die finale was dat Lavillenie in de situatie van de “underdog” kwam te zitten, aangezien hij op 5m85 absoluut niet medaillezeker leek. Het werd een nagelbijter van formaat waarin 5m95 vereist was om het brons in de wacht te slepen… Hoogstaander kan een competitie niet zijn. Morgunov en Duplantis deden er nog een schepje bovenop door allebei 6m00 te overschrijden. Het collectieve geluk bij Duplantis zijn eerste sprong over 6m was mooi om zien, maar het contrast was groot toen Morgunov hetzelfde deed en geen innige omhelzingen kreeg van zijn naaste belagers. Alsof het Russische zwarte beest zelfs de geneutraliseerde atleten achtervolgt (Morgunov deed in Berlijn geen ereronde, terwijl de nummers één en drie zich haast hand in hand aan een wals waagden doorheen het Olympiastadion. Het meerkampgevoel vloog op die manier terug naar de meerkamp; red.) . Duplantis, die ging gewoon voort op zijn elan. Slechts één misser op 5m80 baarde hem even zorgen, tot Morgunov op 5m95 een misser liet optekenen. Niemand ging in het slot van de competitie over 6m05, op uitzondering van de Zweedse wereldkampioen bij de junioren. Én wat met Lavillenie dan? Die kwam enorm onder druk te staan, maar net dan komt pure klasse bovendrijven. Zijn poging over 5m95 was meer waard dan 5m95. Op 6m00 wou het echter niet meer lukken. Wat echter het mooiste was aan de competitie was de manier waarop Lavillenie zijn maatje Duplantis telkens ging feliciteren. Het duo ging voor Berlijn nog tien dagen samen op stage. Ik kijk al enorm uit naar de Memorial, waarin we het duo opnieuw in actie zullen zien. De finale in Berlijn was veruit het zotste wat ik ooit heb meegemaakt”, gaat Taeleman verder.
😍😍😍
(@airlavillenie, @mondohoss600) pic.twitter.com/yfdvdr4wFH
— European Athletics (@EuroAthletics) 12 augustus 2018
“Het is voor iedereen duidelijk dat Duplantis een ster wordt (met zijn 18 jaar en 275 dagen werd hij in Berlijn ook de jongste atleet ooit die een Europese titel behaalde in een kampnummer; red.). Hij is het eigenlijk al. Het wereldrecord komt dankzij hem weer in het vizier. Het is echter gevaarlijk om dat label er nu al op te plakken. De jongeren eisen hun plaats op, maar keizer Lavillenie zomaar afschrijven, daarvoor was zijn sprong op 5m95 te magistraal! Laat ons hopen dat dergelijke finales nog vaak worden afgespeeld en dat die film wordt afgespeeld in alle zalen zodat iedereen er van kan blijven meegenieten”, besloot de trainer.
Vandaag wordt alvast een voorproever met het oog op de “clash of the pole vault titans” tijdens de Memorial. Met Morgunov en Lavillenie zal het ongetwijfeld hoog gaan. Al zullen de omstandigheden moeten meezitten. De vrouwen beginnen er in Antwerpen aan om 11u30. De sterkste mannen gaan om 17u van start. Zak dus af naar het MAS, spektakel gegarandeerd!
Meer info over de Urban Memorial kan u hier terugvinden.